Tussen servet en tafellaken. Mee willen doen met de volwassenen, maar toch de onbedwingbare neiging hebben om met poppen te spelen, of gillend van het lachen over de vloer te rollen. Het is een rare levensfase, waar iedereen rond zijn twaalfde in terecht komt. Over die fase en de rare ambiguïteit daarvan gaat Nature or nurture, de nieuwe voorstelling van Alexandra Broeder.
Broeder is als regisseur gefascineerd door kinderen en wat kinderen representeren als je ze op het podium zet. Bij het Gasthuis maakte ze in 2005 bijvoorbeeld Lilou en Lotte, waarin twee meiden op de grens van volwassenheid zulke volwassen teksten brachten, dat je er als toeschouwer nogal ongemakkelijk van werd. Met dezelfde meiden en Sylvia Kristel maakte Broeder vorig seizoen Wie weet overleeft de begeerte me. En twee seizoenen geleden maakte Broeder het prachtige Candyland, waarin een stel merkwaardige kinderen de volwassenen schaamteloos manipuleerden door op hun biologische zwakke plek voor kinderen in te spelen.
Ook in Nature or nurture staan er dus weer kinderen op het toneel. Vier stuks van een jaar of twaalf. Het jongetje is opvallend kleiner dan de drie meiden, met hun net te lange armen en benen en hun overslaande puberstemmen. In iets wat het midden houdt tussen een kinderkamer – met een vrolijk gekleurde vloer en zuurstokachtige pilaren – en een volwassen huiskamer met lelijke kunst aan de muur, spelen de kinderen op overdreven wijze volwassenen na. Ze doen dat op een manier zoals je verwacht dat ze kort geleden nog vadertje en moedertje speelden. Alleen gaat dit spel verder: twee stellen (de mannen aangeduid met opplaksnor) komen bij elkaar over de vloer in een avond met veel drank, sigaretten, onzingepraat en licht-seksuele toespelingen. Dat een en ander aan Who’s afraid of Virginia Woolf van Albee doet denken zal niet toevallig zijn. Tegelijkertijd dringt zich in die gespeelde volwassen wereld steeds weer en meer de kindertijd op en ontspoort een volwassen gesprek in het kinderlijk naspelen van een griezelfilm of een sprookje of het spelen van verstoppertje. Een volwassen vraag over angst wordt onderbroken door een liefdevol dansje met een levensgrote beer. Het verhaal van de volwassen stellen bereikt nooit zijn einde, omdat het kind in de pubers uiteindelijk te sterk is. Ze geven het toneelspelen op om rondjes te rennen door het decor, lachend over de grond te rollen of gewoon de hele voorstelling puberaal in de zeik te nemen.
De thematiek die Broeder met Nature or nurture wil aanroeren is interessant. Je wordt niet van de ene dag op de andere volwassen. Dat gaat geleidelijk met alle tussenvarianten van dien. Op je twaalfde zit je volledig tussen kind zijn en volwassen zijn in: fysiek, emotioneel en psychologisch. Dat levert niet alleen voor de kinderen een ambigue situatie op, maar ook voor het volwassen publiek dat niet weet hoe het naar de volwassen-spelende kinderen moet kijken: als kinderen die volwassenen parodiëren? Of juist naar jong-volwassenen die bij die volwassenen willen horen en daarom alvast maar oefenen? In beide gevallen slagen ze niet, omdat de hang naar kind zijn nog te sterk is.
In Candyland speelde Broeder ook met de verwarring die kinderen die zich niet normaal gedragen bij volwassenen oproepen. Dat werkte, omdat ze duidelijk wist te maken dat die kinderen dondersgoed snapten hoe volwassenen denken en daarmee het oerbeeld van het onschuldige en onwetende kind ondermijnde. De kinderen speelden genadeloos met de gevoelens van het volwassen publiek. Ook in het mooie When night follows day van Tim Etchells en Victoria werd een dergelijke verwarring gecreëerd. In een soort Publikumsbeschimpfung gaf een groep kinderen een inkijkje in hoe zij naar volwassenen kijken. Daarmee legde Etchells een pijnlijke kloof bloot tussen hoe volwassenen denken dat kinderen denken en de soms zeer volwassen observaties die de kinderen over hun ouders deden. Zowel Candyland als When night follows day kropen onder de volwassen huid, omdat ze diep in de biologie gewortelde gevoelens ondermijnden.
In Nature or nurture weet de toeschouwer ook niet hoe het naar die kinderen moet kijken, maar dat levert vooral verwarring op over wat Broeder nu precies met de voorstelling wil zeggen. Dat komt met name door de afgesloten theatrale vorm. De kinderen spelen toneeltje op veilige afstand van de toeschouwer. Die wordt zo niet emotioneel aangesproken, maar vooral rationeel. Daarmee verliest de voorstelling aan kracht en betekenis. Nature or nurture is af te doen als een niet zo goed gespeelde parodie op volwassenen, als naïef en puberaal kinderspel en daardoor niet gevaarlijk. En daarmee komt het publiek te gemakkelijk en ongeschonden weg uit de diffuse schaduwwereld die puberteit heet.
Nature or nurture, regie: Alexandra Broeder. Gezien: 8 januari 2010, nog te zien tot: 24 april 2010. www.viarudolphi.nl
Leave a Reply