Recensie Candyland

Die kinderen toch…

22 mei 2008

En dan zijn zij ineens de baas. Die vreemde, serieuze kinderen, die ons hebben meegelokt naar hun woonplaats Candyland: een uitgestrekte zandvlakte bij Almere waar ze al eeuwen wonen zonder ouders. Nadat ze ons welkom hebben geheten omsingelen ze ons, delen ons op in groepjes, zeggen ons waar we moeten zitten, wat we moeten eten en wanneer er wordt gespeeld. En dat alles bloedserieus, zonder een lach of een woord teveel. Zelfs het tikkertje spelen gebeurt met een ijzeren discipline. Moeten ze niet uitgelaten over die vlakte stuiven, of zo? Of zich op een andere manier gedragen zoals kinderen dat horen te doen?
Candyland is een locatievoorstelling die regisseuse Alexandra Broeder maakte bij Bontehond in Almere. De hoofdrolspelertjes zijn kinderen uit Almere en Amsterdam, die ze via toneelscholen en krantenadvertenties bij elkaar heeft gezocht. En vervolgens uitermate goed heeft gedrild om tot haar voorstelling te komen. Met verve kwijten de kinderen zich van hun taak en ze laten zich door geen enkele tegensputterende volwassene van de wijs brengen. Want dat doen ze die volwassenen en ze worden bovendien een beetje giechelig van die kinderen die hen voor een keertje vertellen wat ze moeten doen.
Het is dan ook precies die traditionele rolverdeling tussen volwassene en kind die Broeder met Candyland op bijzondere wijze op scherp zet. Want die Candyland-kinderen nemen het hele gebeuren serieus, terwijl de ouders gezellig keuvelend blijven doen alsof dit bezoekje aan Candyland een kinderspelletje is: die rare kinderen toch… En er ontstaat het zoveelste gesprekje tussen de volwassenen over de kinderen, alsof ze er niet zijn en niet nog steeds de regels van het spel bepalen. Gaandeweg de wandeling echter zoeken de kinderen steeds meer toenadering tot de volwassenen. Ze vertellen je dat ze bang zijn in het donker, ze grijpen een hand of kruipen op schoot. En ze doen alsof ze verdrietig te zijn en willen worden ingestopt. En daarmee verandert de houding van de ouders radicaal. Natuurlijk geven ze een hand, een knuffel of stoppen ze in. En wie kan er nou weerstand bieden tegen een kleintje die je vertelt dat ze bang is in het donker? Al meent ze er aantoonbaar geen bal van. De ouderlijke reflexen nemen het over en schijnbaar enigszins opgelucht nemen de volwassenen hun traditionele rol weer op zich. Inclusief het keihard liegen om bestwil dat deel uitmaakt van de basisuitrusting van iedere ouder. Maar ook al spelen die kinderen ook maar een spel, toch voel je je er rot om.
De manier waarop je als volwassenen wordt gemanipuleerd door de kinderen met het gevolg dat je je als volwassene bewust wordt van je eigen verhouding tot kinderen, maakt van Candyland een bijzondere en mooie voorstelling. Ook al gebeurt er bij tijd en wijle wel erg weinig en had Broeder nog meer gebruik kunnen maken van de mogelijkheden die de prachtige locatie haar biedt. Locatie en thematiek weet ze helaas niet dicht genoeg bij elkaar te brengen. Het is ook de vraag of Candyland nog wel een jeugdvoorstelling is, zoals Bontehond suggereert. De belangrijkste thematiek lijkt in ieder geval over het hoofd van de meegekomen kinderen heen te gaan: ze lijken niet helemaal te weten wat ze met die vreemde leeftijdsgenootjes aanmoeten. Tot er tikkertje wordt gespeeld, dan doen alle kinderen eensgezind mee. En is er even geen onderscheid meer tussen de eigen kinderen en die van Candyland.

Robbert van Heuven, 2008