Of hij zijn buurman misschien een schop onder zijn kont mag geven? De man heeft laatst zelf zo’n trap ontvangen, maar op de dader wraak nemen durft hij niet. Dus wil hij zijn buurman best betalen om via diens kont zijn eergevoel te herstellen.
Een echtpaar brengt voor het eerst de nacht met elkaar door, maar de echtgenote belt tijdens de seks met haar moeder om borduurtips uit te wisselen. Groenkapje blijkt te hebben geleerd van de ervaringen van haar rode voorgangster en drijft de wolf tot waanzin door expres niet te vragen naar zijn grote mond, waardoor haar opeten onmogelijk wordt. En een man verandert in een bal, omdat alle mensen uiteindelijk in ballen veranderen, zodat ze niets meer te wensen hebben.
Het is zomaar een greep uit de 53 absurdistische scènes, waarmee het Burgtheater Wien zijn publiek drie uur lang bombardeert tijdens de voorstelling ‘Zwischenfälle’. De scènes zijn gebaseerd op teksten en scènes van schrijvers als Charms en Courteline, maar net zo goed op YouTube-filmpjes en afleveringen van Tatort.
Het ziet er allemaal schitterend uit. De beelden zijn kunststukjes op zich en doen soms denken aan een schilderij van Hopper of Magritte, dan weer aan de films van Roy Andersson en wisselen elkaar razendsnel af. Zit je zoëven nog te kijken naar een smalle hotelgang, enkele seconden later kijk je naar een enorme kantoorruimte met een manshoog gat in de wand.
Fantastisch gespeeld wordt er ook door acteurs in driedelig grijs en actrices in strak mantelpak. Hoe geestig de scènes ook zijn en hoe makkelijk ze het publiek ook van hun stoelen laten rollen van het lachen, ze laten zich niet verleiden tot schmieren. Ze blijven droog en ingehouden de vervreemdende scènes spelen en dat is knap.
Drie uur absurdisme is echter wel erg lang, zeker als er nauwelijks een onderliggende betekenis te onttrekken is aan het vreemde universum dat het Burgtheater creëert. De voorstelling is vooral braaf, degelijk en goed gemaakt, maar de vraag is of degelijk absurdisme geen paradox is. De werelden van filmmaker Andersson waar naar lijkt te worden verwezen, zijn naast geestig toch vooral dieptriest en verontrustend. Topabsurdisten als Wim T. Schippers of de mannen van Monty Python zijn naast grappig ook sardonisch en vilein. Dat is het Burgtheater niet. Dat is vooral lief. Echt betekenisvol absurdisme laat de toeschouwer niet alleen lachen. Dat geeft hem ook vooral een schop onder de kont.
‘Zwischenfälle’, door Burgtheater Wien, regie: Andrea Breth. Gezien: 2 juni, Stadsschouwburg Amsterdam, Holland Festival.
Leave a Reply