De première van de voorstelling is uitgesteld, blijkt bij binnenkomst in het theater. Regisseur en actrice Laura van Dolron oogt opgewekt en van stress bij haar of haar medewerkers is weinig te merken. Artistieke problemen rondom haar nieuwe voorstelling ‘Wat nodig is’ zullen dus blijkbaar niet de reden zijn.
Met de voorstelling gaat het goed, vertelt Van Dolron even later, maar haar oom is overleden en ze wil er graag zijn voor haar familie. “Het zou zeker in het licht van deze voorstelling raar zijn om er niet voor hen te zijn. De voorstelling gaat nu juist over wat nodig is: het goede doen. De deur open doen als je nodig bent. Bovendien zeg ik in de voorstelling: ‘Dan komt de dood voorbij en dan ben ik machteloos’, dat hoor ik me vrijdag niet zonder gebroken stem zeggen.”
Ze heeft in het verleden haar werk en haar drukke agenda laten prevaleren boven haar familie en vrienden, beseft ze zich en ook die constatering heeft zijn weg in voorstelling gevonden. “In het theater zeggen ze: ‘the show must go on’. Ik snap eigenlijk niet zo goed waarom dat moet, waarom je werk belangrijker zou zijn dan iets anders.”
Die drukke agenda is er echter niet voor niets. Van Dolron timmerde de afgelopen jaren hard aan de weg als eigenzinnige theatermaakster. Haar specialiteit: vragen stellen, in een vorm die ze zelf standup philosophy noemt. Alleen of met een tegenspeler probeert ze haar eigen vragen over de wereld te verwoorden, soms aan de hand de gedachten van een filosoof als Sartre of Thoreau. Zij en haar acteurs spelen altijd zichzelf en richten zich vrijwel altijd tot het publiek. Daarom hebben haar voorstellingen inderdaad wel iets weg van standup comedy waarin een cabaretier als zichzelf op het toneel een verhaal vertelt over die dingen waar hij op dit moment mee zit. Die insteek resulteerde in mooie voorstellingen waarin Van Dolron op een vriendelijke, geestige, maar juist daardoor indringende wijze de poten wegzaagde onder de dingen die je eigenlijk zeker dacht te weten. In haar laatste voorstelling ‘Sartre zegt sorry’ fileerde ze feilloos de passiviteit van de huidige generatie dertigers.
Haar voorstellingen slaan aan, ‘Sartre zegt sorry’ werd geselecteerd voor het Theaterfestival. “‘Sartre’ zegt sorry’ ging heel erg over het lijden en over de zelfhaat van mijn generatie”, vertelt Van Dolron. “Dat werkte voor veel mensen heel louterend. Blijkbaar kon ik de woorden geven aan een herkenbaar gevoel. Maar na in voorgaande voorstellingen steeds problemen te hebben benoemd en vragen te hebben gesteld, wilde ik nu ook heel graag op zoek naar een oplossing.”
En dus zal ze, samen met haar medespelers Oscar van Woensel en Steve Aernouts, in de vertrouwde open Van Dolron-stijl proberen het publiek deelgenoot te maken van de oplossing die zij denken te hebben gevonden. Die oplossing komt er op neer, vertelt ze, dat we eens een keer proberen geen mening over iets te hebben. Om die opinies eens een keer los te durven laten. “Met al die meningen en opinies proberen we ons steeds maar weer van elkaar te onderscheiden, in plaats van ons aan elkaar te binden. Terwijl we voor 99 procent hetzelfde zijn. Het laagje onderscheid waarmee we onze identiteit proberen te bepalen is flinterdun. Terwijl er wel veel ellende uit voortkomt, zoals de meeste oorlogen. De voorstelling wil daarom de ruimte geven om het eens een keer met elkaar eens te worden. We vragen ook aan het publiek om niets van de voorstelling te vinden.”
Hoe lastig dat soms is, bleek na een try-out. “Toen wilden wij natuurlijk van het publiek heel graag weten wat ze er van vonden, terwijl we hen eerst hadden gevraagd niets te vinden. Een iemand zei dat ze zich heel erg bewust werd van haar lichaam. Dat vind ik mooi, omdat ik wil dat mensen op een andere manier op de voorstelling reageren dan via een mening. Ik wil met de voorstelling een keer proberen niet in het hoofd te raken, zoals ik gewoonlijk doe.”
Het klopt, zegt ze, dat de ondertoon van de voorstelling boeddhistisch is. Net als tegenspeler Oscar van Woensel voelt ze zich erg aangetrokken tot die levenshouding. Opvallend voor iemand die zo cerebraal ingesteld is. “Wat ik juist zo prettig vind, is dat het boeddhisme het denken ziet als een van de mogelijke manieren om betekenis te geven, niet als DE mogelijkheid. Het geeft ook de dood en het lijden een plaats in het leven. Of somberheid. Het leven is lijden. Dat moet je accepteren. Het boeddhisme is positief zonder naïef te zijn.”
Een positieve, niet-naïeve preek, noemt ze haar voorstelling dan ook. Toch beseft Van Dolron zich dat een en ander nogal zweverig kan overkomen. Dat juist het inslaan van een meer spirituele en vooral positieve weg de weg vrijmaakt voor stevige opinies. “Ik weet zeker dat sommige mensen de voorstelling irritant gaan vinden. ‘Soft’ is inmiddels een scheldwoord geworden, terwijl het niets anders dan ‘zacht’ betekent. ‘Ontwapenend’ betekent dat je dus eerst je wapens moet laten vallen om iets toe te laten. Weerloosheid confronteert ons met de eigen hardheid en roept daardoor irritatie op.” Het standaard wantrouwen naar idealen, naar een positieve oplossing ziet ze ook terug in de politiek en in de manier waarop er op de Occupy-beweging wordt gereageerd. “Een ideaal roept op tot actie en daar zit niet iedereen op te wachten. Dan kan je immers mislukken.”
Van Dolron vindt het haar plicht als theatermaker om, al is het tegen de klippen op, haar publiek een nieuw inzicht mee te geven. “Als theatermaker voel ik een verantwoordelijkheid naar mijn publiek die mij toch een uur van hun leven heeft gegeven om te vullen. Ik moet daar dan ook maximaal gebruik van maken om hen met een beter gevoel of moed of kracht de zaal te laten verlaten. Ik ga er vanuit dat het publiek dezelfde vragen en behoeftes heeft als ik. Maar het blijft altijd spannend: zitten ze wel op een preek van mij te wachten?”
‘Wat nodig is’, van en met Laura van Dolron, Steve Aernouts en Oscar van Woensel. Première 5 november, daarna tournee tot en met 31 januari.
Leave a Reply