We worden doodgegooid met beelden van verleidelijke vrouwen. Ze figureren op bevallige posters, in spannende videoclips en in elke willekeurige kleding- of parfumreclame. Maar niet alleen ons vrouwbeeld, onze hele perceptie van de werkelijkheid wordt beïnvloed door beeldcultuur. Want we zien nogal wat beelden. Op zijn 65e heeft de gemiddelde mens al 5,5 jaar van zijn leven besteed aan tv-kijken, een groot deel daarvan is reclame.
Dat we daardoor de illusie veel meer als werkelijkheid gaan zien, dan de werkelijkheid zelf fascineerde theatermakers Bianca van der Schoot en Suzan Boogaerdt. “Vroeger waren plaatjes er om de werkelijkheid te illustreren.”, vertelt Bianca van der Schoot. “Nu proberen we ervoor te zorgen dat de werkelijkheid aan de illusie voldoet. Of we denken door de illusie de werkelijkheid te kennen. We weten allemaal precies hoe een neerstortend vliegtuig eruit ziet, maar de meeste mensen hebben dat nog nooit echt meegemaakt.”
De verhouding tussen beeld en werkelijkheid vormde het idee voor de voorstelling ‘Bimbo’, waaraan ze repeteren in een oude loods op een Amersfoorts rangeerterrein. De loods is volgestouwd met kisten voor het technisch materiaal en overal slingeren gereedschap en stapels kleren. Aan een zijde van de loods staan tientallen tv’s opgesteld aan drie kanten van wat op een opengewerkte kleedkamer lijkt. Aan de kapstokjes van die kleedkamer hangen allerhande pruiken, bh’s, boa’s, onderbroeken en panty’s. In die ruimte creëren de theatermaaksters samen met drie gastspeelsters (Floor van Leeuwen, Marie Groothof en Erika Cederqvist) een lange videoclip voor een camera. Het publiek zit op bankjes met hun rug naar de kleedkamer toe en bekijken de voorstelling op de enorme televisies. En daarop zien ze vooral veel vrouwenlichamen voorbij komen.
Boogaerdt en Van der Schoot maken ‘Bimbo’ vanuit een oprechte zorg voor wat de enorme invloed van onrealistische beelden met de samenleving doet. En met het beeld wat die samenleving van de vrouw heeft en die vrouwen vervolgens van zichzelf. Met onrealistische schoonheidsidealen en plastische chirurgie tot gevolg. Boogaerdt: “Ik ben 37 en ik vind het misschien wat minder erg om met iets teveel haar op de sportschool te verschijnen. Maar dat is wat anders als je zestien bent en je net begint te ontwikkelen, terwijl je ook al die beelden op je afgevuurd krijgt. Het ironische is dat die beelden in reclames een keuze suggereren. Terwijl ze in feite een norm opleggen. Het wordt steeds moeilijker om jezelf te zijn.” Die conclusie is uiteraard niet nieuw. Enkele jaren geleden kwam de pornoficatie van de samenleving ook al op de maatschappelijke agenda, onder andere door documentaire ‘Beperkt houdbaar’ van Sunny Bergman. Toch, denken de maaksters, is het nog steeds nodig om op het thema te wijzen. Veel is er immers niet veranderd. Bovendien proberen ze door de bijzondere publieksopstelling bij het publiek de invloed van beelden invoelbaar te maken, eerder dan dat nog eens uit te gaan leggen. In de voorstelling wordt met geen woord gesproken.
“Met deze installatie”, vertelt Suzan Boogaerdt, “proberen we vorm en inhoud te laten samenvallen. De werkelijkheid bevindt zich achter je, terwijl jij in de tv-stand staat. Wat gebeurt er dan met je? Kijk je om, of niet?”. Het levert in ieder geval een bizarre ervaring op. Vanaf de schermen dendert de videoclip van driekwartier over de televisiekijker heen. Maar wat begint als een mooi gemaakte clip met aantrekkelijke vrouwen ontaardt al snel in een nachtmerrie met beelden van lichamen zonder gezicht die onvermoeibaar draaien en bewegen. Door de alomaanwezigheid van de schermen is de nachtmerrie onontkoombaar. De toeschouwer hoeft maar om te draaien om te zien met hoeveel moeite de beelden worden gecreëerd en hoe vermoeiend het is om onophoudelijk voor een camera aantrekkelijk te staan te wezen. Maar de aandacht wordt toch steeds weer naar de beeldschermen gezogen. Alsof wat daar gebeurt belangrijker of echter is. Het levert ook een raar soort onthechtheid op. Achterom kijkend voelt het gênant om naar een actrice te kijken die zich aan het omkleden is. Terwijl die gêne er niet is als je naar diezelfde actrice op het beeldscherm staart.
Voor Van der Schoot is die onthechting misschien wel het belangrijkste thema van de voorstelling. En dan bedoelt ze vooral ook de onthechting tussen binnen- en buitenkant: “De verbinding houden met jezelf, met je binnenste, is een zware klus, omdat de aandacht voor de buitenkant zo sterk is. Je kunt sexy doen door een beeld op jezelf te plakken. Maar je kunt je ook van binnen sexy voelen. Dat is iets heel anders. Het is ingewikkelder dan ooit om niet onthecht te raken van je binnenkant en van de echte wereld.” De makers vertellen dat zij als spelers dat rare onthechte gevoel van de toeschouwer ook hebben. Boogaerdt: “We zien onszelf ook op beeld en proberen ons zelf steeds te corrigeren, zodat het op camera een perfect plaatje wordt. Alsof onze lichamen zich niet op de vloer, maar in dat scherm bevinden.”
Hoewel het vrouwenlichaam in de voorstelling een hele belangrijke rol speelt, is dat volgens de makers vooral een ingang om na te denken over de invloed van beelden in zijn geheel. En juist het theater is een ideale plaats voor dat onderzoek, denken ze. Daarin speelt de vorm van de voorstelling ook weer een belangrijke rol. Boogaerdt: “Theater is live, je deelt als acteur de werkelijkheid met het publiek. Daar fucken we in deze voorstelling mee.”
Waar ze nadrukkelijk niet naar op zoek zijn, vertellen ze, is om de toeschouwer te choqueren, hoe heftig de voorstelling soms ook is. Boogaerdt: “We willen geen shock and awe, het publiek niets in het gezicht duwen.” Tijdens de repetities bleek soms hoe dun die lijn tussen choqueren en vasthouden de aandacht het publiek is. Van der Schoot: “Gek, hè, dat die lijn in het theater zo dun is. In het dagelijks leven wordt je immers non-stop met dezelfde beelden gebombardeerd. Pas in het theater wordt pas duidelijk hoe heftig ze eigenlijk zijn.”
‘Bimbo’ van Boogaerdt/Van der Schoot, eindregie: Sanne van Rijn. Première 20 oktober. Daarna tournee tot 22 december.
Leave a Reply