Er moet weer meer aandacht komen voor repertoiretheater. Dat was de waarschuwing die Holland Festivaldirecteur Pierre Audi twee jaar geleden uitsprak toen hij het theaterseizoen opende. In de Klassieken van het theatererfgoed, zo vond hij, worden alle universele thema’s al behandeld en toch dreigen ze te worden vergeten. Ook hekelde hij de hedendaagse neiging om steeds maar weer te breken met traditionele theaterwetten.
Twee seizoenen later duikt er in Audi’s eigen Holland Festival aardig wat klassiek toneelrepertoire op, waaronder Büchners ‘Leonce en Lena’ en Tsjechovs ‘De Kersentuin’. Die krijgen een respectievelijk Hongaarse en Britse opfrisbeurt al is het de vraag of dat op de manier gebeurt die Audi in zijn toespraak voor ogen had.
Zo maakt het Maladype Theatre uit Boedapest van ‘Leonce en Lena’ een soort theatersportevenement. De acteurs studeerden elke scène op uiteenlopende manieren in. De regisseur, Zoltan Balazs, kiest live uit welke van de variaties hij wil zien en soms mag het publiek helpen kiezen. Desnoods spelen ze een scène twee keer, in twee verschillende varianten. Zo ontstaat er elke avond een andere voorstelling. De overeenkomst tussen de scènes is dat ze nauwelijks psychologisch uitgewerkt, maar vooral uitermate fysiek zijn. De acteurs klimmen op elkaar, stuiteren over de vloer, belagen elkaar, spelen een film of een computerspelletje na en doen tussendoor nog even Büchners tekst. De witte mat waarop ze spelen doet vooral denken aan die van een Oosterse vechtschool en de bamboestokken die als wapen en rekwisiet worden gebruikt en de zwarte losse kleding van de acteurs maken die associatie af.
Wat die Oosterse stijl en de vele verwijzingen naar actiefilms, computerspelletjes en Japanse Samurai’s nu precies met ‘Leonce en Lena’ te maken hebben, wordt echter nooit helemaal duidelijk. En ook niet welke betekenis de improvisatievorm heeft, waardoor het vooral een gimmick blijft. De voorstelling is niet meer dan willekeurige stapeling van fysiek knappe, maar betekenisloze scènes, waarbij de keuze voor Büchners stuk net zo willekeurig lijkt als de keuze op welke wijze en volgorde de scènes worden gespeeld. Mocht ‘Leonce en Lena’ enige universele waarde hebben, dan wordt die door de vorm volledig ondergesneeuwd. Dat kan Audi toch niet bedoeld hebben.
Een andere radicale repertoirebewerking is ‘Before I Sleep’. De Engelse groep Dreamthinkspeak creëerde, geinspireerd door Tsjechovs ‘De Kersentuin’, een intrigerende ervaring door het combineren van theater, film en beeldende kunst. De bezoeker wordt door een leegstaand kantoorpand aan de Amsterdamse Zuidas geleid, waarbij hem om elke hoek een nieuwe verrassing wacht. Hij wandelt door het verlaten landhuis van de familie Ranevsky uit Tjechovs stuk, ziet 19e-eeuwse personages zich vermaken in de tuin, wordt onthaald door het enthousiaste personeel van een warenhuis, bezoekt de gekapte kersentuin en vindt zichzelf terug in de etalage van een modewinkel. En telkens weer duikt de mysterieuze figuur van Firs op, de oude bediende die door de familie is vergeten toen ze vertrokken.
In eerste instantie heeft ‘Before I Sleep’ een nogal groot ‘Eftelinggevoel’. De bezoeker wordt langs prachtig gemaakte en belichte taferelen geleidt, die vooral dat zijn: mooi gemaakt. Maar hoe verder de bezoeker het gebouw in gaat, hoe meer de thematiek van Tsjechovs stuk zich doet gelden: het verlangen naar dat wat er niet meer is. Terwijl de tijd aan de bezige Zuidas doorsnelde, lijken er, als spinrag, wat plukjes nostalgisch verleden te zijn blijven hangen in onverwachte hoeken en gaten van het moderne kantoorpand. Zoals de geestverschijning van Firs die nog steeds een kopje koffie wil brengen aan een familie die er al lang niet meer is.
‘Before I Sleep’ weet door zijn bijzondere vorm, het, zo u wilt, universele thema van ons eeuwige verlangen naar vroeger, invoelbaar te maken voor de dolende bezoeker. Beter wellicht dan de zoveelste traditionele enscenering van ‘De Kersentuin’. Met het selecteren van ‘Leonce en Lena’ als ‘Before I Sleep’ bevestigde Audi zowel zijn gelijk als zijn ongelijk. Inderdaad bevat het repertoire nog waardevolle thema’s. Maar het gaat er vooral om welke vorm je kiest om die thematiek naar voren te brengen. Soms slaat radicaal bewerken volledig de plank mis. En soms treft zo’n bewerking, op de 10de verdieping van een kantoorpand, een thema in het hart.
‘Leonce en Lena’, Maladype Theatre Boedapest en ‘Before I Sleep’, Dreamthinkspeak, gezien op Holland Festival, 6 en 11 juni, Amsterdam.
Leave a Reply