Alles beter dan onmerkbaar van het toneel verdwijnen. Toen de inmiddels overleden Duitse theatermaker Christoph Schlingensief in 2008 werd geconfronteerd met longkanker, begon hij theater te maken in een maniakaal tempo. Een van de voorstellingen die hij maakte was Eine Kirche der Angst für die Fremde in mir die twee jaar geleden op het Holland Festival te zien was. Het was een fascinerende en verwarrende semi-kerkdienst voor een lijdend lichaam, een eclectische theatralisering van de doodsangst en de woede van de maker vol videobeelden, kerkrituelen en audio-opnames die Schlingensief maakte in het ziekenhuis.
Schlingensiefs voorlaatste werk, Mea Culpa, dat donderdag het Holland Festival opende, begint waar Eine Kirche ophoudt. Een zekere Christoph is stervende en komt in een kliniek terecht waar hij als een gek naar betekenis begint te zoeken: hij probeert met de andere patiënten Wagners Parcifal te ensceneren en in Afrika een operahuis uit de grond te stampen. Het is uiteindelijk een simpel lied dat hem weer tot rust brengt. Maar hem ook doet beseffen dat hij op aarde nog niet helemaal klaar is.
De ontwikkeling van maniakaal theater maken om de dood niet in de ogen te hoeven kijken tot berusting en reflectie, spiegelt zich in de vorm van Mea Culpa. In de eerste twee delen wordt de toeschouwer om de oren geslagen met alles wat Schlingensief ooit maar heeft geïnspireerd: opera, popmuziek, speelfilm, fluxuskunst van Joseph Beuys, filosofie en beeldende kunst. Het kolkt in een krankzinnig tempo over het gigantische draaitoneel heen, terwijl een reuzenlong op de achtergrond constant herinnert aan Schlingensiefs ziekte.
In het laatste deel nemen de fictieve en de echte Christoph gas terug om te kijken wat ze tot stand hebben gebracht. De scène waarin Christoph aan de rand van het draaitoneel slechts kijkt naar al die personages die hij tot leven heeft gebracht en daarna luistert naar een lied van zijn moeder, raakt na al die eerdere soms onbegrijpelijke en lelijke hectiek. De waarde van kunst en de waarde van het leven treffen elkaar: kunst kan ook alleen een simpel gezongen lied zijn en de waarde van het leven kan zich in zo’n simpel lied verbergen. Het hoeft niet altijd groots en meeslepend te zijn. Mea Culpa zet Schlingensiefs gedachtenontwikkeling met zoveel liefde voor kunst en voor het leven en in zo’n overdonderende en indrukwekkende vorm op het toneel dat de voorstelling niet meer snel loslaat.
Mea Culpa, Burgtheater Wien, regie: Christoph Schlingensief, gezien 2 juni 2011, Muziektheater Amsterdam.
Leave a Reply