Op 11 september werden tijdens de Gala van het Nederlandse Theater in de Amsterdamse Stadsschouwburg de belangrijkste Nederlandse toneelprijzen uitgedeeld. Wine Dierickx en Hans Kesting speelden de meest indrukwekkende rollen van het seizoen.
Wine Dierickx – Theo d’Or voor beste vrouwelijke dragende rol
Hoog boven de stad, op een lege verdieping van een Rotterdamse wolkenkrabber staat een kleine vrouw voor het enorme raam. Met het publiek samen kijkt ze naar de lichtjes van de stad. In haar ondergoed oogt ze klein en breekbaar ten opzichte van de hardheid van de betonnen gebouwen en overweldigende grootte van de stad aan de andere kant van het glas.
Wine Dierickx won gisteren de Theo D’Or voor beste vrouwelijke hoofdrol voor haar rol van Karen in de voorstelling ‘Helpdesk’ van acteurscollectief Wunderbaum. Die prijs is meer dan verdiend, want Karen was een van de meest bijzondere personages die het theaterpubliek afgelopen theaterseizoen te zien kreeg. Karen heeft een helpdesk – Caren’s Company – waar mensen naar toe bellen met allerhande vragen: hoe een feestje te organiseren, met de vraag hoe het verder moet met hun leven, of om gewoon even te kletsen. Karen identificeert zich met iedereen en probeert ze zo goed mogelijk te helpen. Maar door zo op te gaan in een ander, verliest Karen ook steeds meer het zicht op wie ze zelf is.
‘Helpdesk’ is een monoloog, maar ook weer niet. Dierickx staat alleen op de vloer, de personages die Karen bellen – fenomenaal live ingesproken door Rosa Reuten – komen binnen door de koptelefoons die Karen en het publiek dragen. Zo ontstaat een fascinerend rollenspel, waarin Dierickx’ Karen per beller een andere kant van haarzelf opzoekt om die beller zo goed mogelijk te helpen.
Karen is dus niet één personage, maar heel veel verschillende en Dierickx speelt al die verschillende Karens en vooral de overgangen tussen die rollen met een onwaarschijnlijke, bijna wiskundige precisie. Het vervloeien van de ene Karen naar de andere is tegelijkertijd glashelder als onzichtbaar. Dat op hetzelfde moment onthullen als verhullen van al die personages is al een knappe acteerprestatie.
Wat Dierickx’ prestatie helemaal bijzonder maakt, is dat ze onder al die verschillende Karens ook nog eens toont hoe een steeds eenzamer wordende Karen haar eigen identiteit verliest in de veelheid van rollen die ze zichzelf oplegt. Dierickx weet zo met haar loepzuivere acteren de existentialistische eenzaamheid van de moderne mens bloot te leggen die zoveel moet zijn dat ze niet meer weet wie ze is.
De Vlaamse Dierickx studeerde af aan de toneelschool van Maastricht, waarna ze met haar klasgenoten het acteurscollectief Wunderbaum oprichtte. Van dat collectief maakte ze nog steeds deel uit, maar ze speelt ook in producties daarbuiten. Van de groep is zij misschien wel de meest ingetogen, introverte speler, waarmee ze een prettige tegenkleur vormt ten opzichte sommige meer extroverte Wunderbaum-collega’s. Dat wil niet zeggen dat ze niet extrovert kan zijn. In de voorstelling ‘Privacy’ die ze recent met haar levenspartner Ward Weemhoff onder andere op het Holland Festival speelde, was de speelstijl juist extrovert en grotesk.
Maar het is vooral de combinatie van ingetogenheid en precisie – die ook de grondtonen zijn van haar Karen – die Dierickx zo’n spannende en bijzondere actrice maakt. Ze kan de aandacht van de toeschouwer vasthouden door schijnbaar vrijwel niets te doen en tegelijkertijd een diep gevoel van melancholie of tragiek op die toeschouwer overbrengen. Zo speelde ze in de Wunderbaum-voorstelling ‘Rail Gourmet’ de eenzame cateringmedewerkster Gabi die haar eenzaamheid verbloemde door eindeloos te kwebbelen en collega’s tot op het toilet te achtervolgen met tegeltjeswijsheden. De opgewekt gebrachte, maar tot mislukking gedoemde pogingen tot contact, legden een hartverscheurend zoekend personage bloot.
Een personage krijgt door een schrijver woorden in de mond gelegd. Het is aan de acteur om te tonen welk mens er achter die woorden schuil gaat. Om voelbaar te maken welke diepere worstelingen en twijfels diezelfde mens onuitgesproken laat. Dierickx kan dat. Als een acteur onder haar woorden zoiets onuitspreekbaars als het worstelende wezen van een mens weet bloot te legen, zoals zij met haar Karen doet, dan is dat theater op zijn allermooist.
Hans Kesting – Louis d’Or voor beste mannelijke dragende rol
Gisteravond won Hans Kesting voor de tweede keer een Louis d’Or. In 2008 won hij hem al eens voor zijn fenomenale vertolking voor de macho-advocaat Roy Cohn in ‘Angels in America’. Deze keer won hij hem voor zijn indrukwekkende vertolking van Richard de Derde in de Shakespeare-marathon ‘Kings of War’ van Toneelgroep Amsterdam.
De rollen van Cohn en Richard hebben wel wat met elkaar gemeen. Beide mannen zijn macho’s die met hun agressieve houding hun tegenstanders intimideren. Maar beiden hebben ook een andere kant die ze liever niet tonen. Cohn worstelt met aids en zijn verborgen homoseksualiteit. Kestings Richard worstelt met het langzaam opkruipende besef dat zijn met veel geweld verkregen koningschap niet veel meer blijkt te zijn dan een lege huls. Wat heb je aan macht als iedereen over wie je die macht dacht te kunnen uitoefenen dood of gevlucht is, of zich tegen je heeft gekeerd? Bij beide mannen volgt na het machismo een ontluisterende onttakeling: fysiek en geestelijk.
Beide prijswinnende rollen won Kesting onder regie van Toneelgroep Amsterdam-leider Ivo van Hove, net als de rol van Marcus Antonius in ‘Romeinse tragedies’ waarvoor hij eerder al eens een nominatie voor de Louis d’Or ontving. Het is bijna niet meer voor te stellen dat Kesting in 2000 een van de drijvende krachten was achter het acteursprotest tegen de komst van de nieuwe artistiek leider. In de zestien jaar daarna hebben de twee immers het beste in elkaar naar boven gehaald. Door hun samenwerking kon Kesting van een degelijke ensemble-acteur uitgroeien tot een van de allerbeste acteurs van Nederland. Vorig jaar ontving Kesting nog de Albert van Dalsum-ring uit handen van Toneelgroep Amsterdam-collega Gijs Scholten van Aschat. De prestigieuze onderscheiding gaat al sinds 1959 over van acteur op acteur. De drager kiest zelf zijn opvolger.
Het acteren van Kesting heeft iets macho-achtigs. Hij is in staat met zijn enorme energie en bravoure de toeschouwer volledig te overrompelen. In die zin ís hij een beetje Cohn of Richard: hij is onontkoombaar de alfa-meneer op het toneel. Daar stáát iemand waar het onmogelijk is omheen te kijken.
Maar dat wil je als toeschouwer ook. Graag zelfs. Kesting heeft een onweerstaanbare charme. Hoe ongelooflijk naar en afstotend zijn Richard ook is, je wilt als toeschouwer horen wat hij te vertellen heeft. Sterker nog, Richard – en dat gold ook voor Kestings Cohn – is zich bewust van die charme, van de betoverende uitwerking die hij op zijn publiek en zijn tegenstanders heeft. En zo slepen Kesting en zijn personages het publiek gehypnotiseerd langs de nare kanten van de mensheid.
Kesting kan als geen ander zijn publiek bespelen, maar doet dat met veel meer dan charmante bravoure alleen. Hij heeft een fenomenale tekstbehandeling en kan – mits goed geregisseerd – fantastisch doseren: hij weet precies wanneer hij zijn acteren van groots en meeslepend terug moet schakelen naar klein en intiem, waardoor zijn personages emotioneel relief krijgen. Juist daardoor wordt duidelijk welke verborgen emoties achter die gespeelde zekerheid schuil gaan. Juist die ontluistering – waarin Richard zelf verbaasd lijkt over zijn eigen twijfels -, maakte van Richard zo’n mooie rol.
Toch was Kestings allermooiste toneelmoment – en misschien wel het mooiste toneelmoment van het seizoen – niet een moment uit ‘Kings of War’, maar uit ‘De welwillenden’, waarin hij de Nazi-officier Max Aue speelde. Met het zaallicht nog aan, voor op het toneel speelde hij de openingsmonoloog, waarin Aue uitlegt dat niemand het systeem verantwoordelijk kan houden voor zijn eigen immoraliteit. Zacht, bijna fluisterend, en zonder sentiment legde Kestings Aue met zo’n ijzeren logica de banaliteit van het kwaad bloot dat het de toeschouwer koud om het hart sloeg. In de Antwerpse Bourlaschouwburg kon je een speld horen vallen. Kesting had het publiek aan zijn lippen hangen, om het vervolgens een dolk in het hart te kunnen steken. Onwaarschijnlijk verontrustend en onwaarschijnlijk prachtig.
foto: Fred Debrock
Leave a Reply