De komende twee weken strijkt de Duitse regisseur Karin Beier met haar Hamburgse gezelschap Deutsches SchauSpielHaus neer in de Amsterdamse Stadsschouwburg. Met haar voorstellingen zoekt ze graag de politiek incorrecte randjes op. “Theater krijgt weer de verantwoordelijkheid discussies aan te zwengelen.”
De islamisering van een samenleving waar een moslimpartij aan de macht is gekomen. Dat is in deze tijden een behoorlijk brisant uitgangspunt voor een voorstelling. Ook in Duitsland. Desondanks duurde de staande ovatie die regisseur Karin Beier en acteur Edgar Selge na afloop in ontvangst mochten nemen minstens tien minuten. Hun monoloog ‘Unterwerfung’, gebaseerd op de controversiële roman ‘Soumission’ van de Franse schrijver Michel Houellebecq, ging vorige week in première in de pompeus-barokke zaal van het Deutsches SchauSpielHaus in Hamburg. De voorstelling is de komende twee weken, samen met een aantal anderen van het Duitse gezelschap, te zien in de Amsterdamse Stadsschouwburg (zie kader).
Ze was nogal verbaasd door die warme ontvangst, vertelt Beier (1965) een aantal dagen later aan de telefoon. De hoofdregisseur en intendant van het SchauSpielHaus had verwacht dat er meer mensen zouden zijn geweest die vonden dat dit soort dingen over de Islam niet op het toneel zouden mogen worden gezegd.
Nu is Houellebecqs roman absoluut geen islamofoob manifest. Het is veeleer een verkenning (een “gedachtenexperiment” noemt Beier het) van een Westerse cultuur die niet meer in zichzelf geloofd en daarom vervangen wordt door een andere.
Tegelijkertijd is het maatschappelijk debat in Duitsland verandert, denkt Beier. “Dat debat kende in Duitsland tot voor kort een sterke en historisch bepaalde politiek-correcte kramp. We wilden vooral open staan voor andere culturen. In de kunsten en ook in de pers waren er onderwerpen waar je het liever niet over had. De moeizame positie van de vrouw binnen de Islam, die een rol speelt in ‘Unterwerfung’, is er zo een.”
Die krampachtige houding is in rap tempo aan het verdwijnen door het vluchtelingenvraagstuk en de gebeurtenissen tijdens Oud en Nieuw in Keulen. Aan de ene kant lijkt de Duitse samenleving daardoor op te schuiven naar rechts. Maar aan de andere geeft het, zegt Beier, de kunst meer ruimte als plek waar er scherp gedebatteerd kan worden. En dat is belangrijk. “Een politiek-correct maatschappelijk debat verplaatst de donkere kanten van de discussie naar de achterkamers, waar het kan uitgroeien tot een monster. Theater krijgt nu meer de verantwoordelijkheid terug om discussies aan te zwengelen over wat er speelt in de stad. Theater kan dat. Omdat we daar in gezamenlijkheid politiek-incorrect kunnen zijn, onszelf zelfs kunnen tegenspreken. Je merkt ook aan het publiek dat het veel politieker geëngageerd is dan een aantal jaar geleden.”
Het verbinden van de stad Hamburg met grotere maatschappelijke thema’s was precies wat Beier wilde doen toen ze in 2013 aantrad als regisseur-intendant bij het Deutsches SchauSpielHaus. In die zin heeft ze de tijd nu mee, maar in 2013 was haar aanstelling een spannende keuze. Het SchauSpielHaus kent een lange traditie van het spelen van de klassiek, veelal Duitse, theaterteksten. De burgers van de vermogende havenstad Hamburg lieten het barokke theaterpaleis in 1900 bouwen om er de rijke Duitse kunst te vieren. Na een kwakkelende naoorlogse periode herstelde intendant Gustav Gründgens – de geniale, maar langzaam in het nationaal socialisme wegzakkende acteur uit Thomas Manns roman ‘Mephisto’ – in de jaren vijftig de reputatie van het theater door het spelen van klassiek repertoire.
Beier: “Hamburg werd rijk door het kolonialisme. Maar in de tussentijd is het Duitsland dat men met het theater wilde vieren veranderd, mede door dat kolonialisme en door globalisering. De wijk waarin het theater staat, is inmiddels een van de meer multiculturele wijken van de stad.” Door de negatieve connotatie was het woord ‘Deutsches’ uit de naam van het theater verdwenen, maar Beier voegde het enigszins pesterig weer toe. De ‘D’ is vormgegeven als de landensticker voor de auto. “Die D die we vroeger eigenlijk niet op de auto durfden te hebben als we op vakantie gingen. Om aan te geven dat we het Duitse verleden willen verbinden met de huidige stad.” Zo creëerde ze een theaterfestival op het eilandje waar vroeger de handelsschepen vertrokken. En ze maakte ‘Pfeffersäcke im Zuckerland’, over de Duitse emigranten in Brazilië op basis van interviews met hun nakomelingen. “We vinden hier dat migranten zich zo snel mogelijk de Duitse cultuur eigen moeten maken. Maar daar in Brazilië spreken ze nog steeds Duits.”
Op die manier zoekt Beier met haar gezelschap steeds de plekken op waar het huidige Duitsland schuurt met zijn verleden, of waar het het liever niet over heeft. Politieke incorrectheid hoort daar bij. Zo is in de Amsterdamse Stadsschouwburg ook Beiers voorstelling ‘Schiff der Träume’ te zien. Ze bewerkte Fellini’s film ‘E La Nave Va’ tot een theatervoorstelling waarin een cruiseschip voor verwende Europese kunstenaars zich gedwongen ziet een aantal Afrikaanse bootvluchtelingen aan boord te nemen. Dan blijken de zojuist nog geroemde Europese waarden in de praktijk plots heel ingewikkeld te zijn. Beier: “De voorstelling stond al gepland voor de vluchtelingenstroom uit Syrië op gang kwam. Maar vanuit Afrika steken al jaren mensen de Middellandse Zee over. Die problematiek is nu een stuk zichtbaarder geworden. Mensen kunnen zich niet meer achter hun niet-weten verschuilen.”
Humor is een belangrijk ingrediënt in haar voorstellingen. Hoe cynisch de wereld ook is die Beier in ‘Schiff der Träume’ en ‘Unterwerfung ook schetst, er valt ook heel veel te lachen. Beier: “Duits theater heeft het imago humorloos en saai te zijn. Maar ik hou erg van de ‘comic relief’. Het geeft een soort catharsis om om je eigen angsten te lachen. Ze gaan er niet meer weg, maar ze krimpen misschien wel iets. We kunnen door die lach bovendien dingen zeggen die politiek incorrect zijn, die we moeilijk vinden om te zeggen. Zonder dat we meteen in een verdachte hoek terecht komen.”
Foto: Edgar Selge in ‘Unterwerfung’, foto Klaus Lefebvre
Leave a Reply