Aan de andere kant van de grens wonen de barbaren. Maar in het slaperige grensstadje waar de Magistraat de leiding heeft, hebben ze zelden last van de buren. Tot de Hoofdstad beslist dat de barbaren de vijand zijn. De Magistraat wordt door zijn eigen naïviteit als barbarenvriend gezien en net als de barbaren ontmenselijkt en gemarteld.
Het boek ‘Wachten op de barbaren’ van de Zuid Afrikaanse Nobelprijswinnaar J.M. Coetzee werd geschreven als een parabel over de apartheid, maar is ook in deze tijd weer actueel. Want wanneer drijft onze angst om onszelf tegen die ander te beschermen ons tot barbarij?
Regisseur Michel de Regt bewerkte het boek tot een voorstelling voor een acteur en drie danseressen. Jean-Paul Buijs speelt de Magistraat door wiens ogen we naar de gebeurtenissen kijken. Om hem heen bewegen de drie danseressen op een grote, dorre vlakte die door een vervaarlijke kloof in tweeën wordt gedeeld op sfeervolle muziek van geluidsontwerper Wilko Sterke en muzikant James Oesi.
Dans heeft uiteraard een andere ‘taal’ dan teksttoneel en kan daarmee potentieel nieuwe lagen aanboren in een toneeltekst. Maar het is de vraag waarom De Regt nu juist deze tekst heeft gekozen om dans aan toe te voegen. Daarvoor leunt deze teveel op de realistische psychologische beschrijving van de langzame ontmenselijking van de barbaren en de Magistraat en daarmee ook op de barbarij van juist degenen die de barbaren als vijand zien. Er valt tussen de woorden weinig aan toe te voegen.
Daar komt De Regt dus ook niet helemaal uit. Soms is de dans anekdotisch en uitleggerig – bij een sensuele scène kronkelen de danseressen om hem heen, of ze spelen het barbarenmeisje op wie de Magistraat verliefd wordt -, dan weer lijken de abstracte bewegingen volkomen los te staan van het vertelde. Door die steeds wisselende en inconsequente wijze waarop de dans wordt ingezet, is het voor de toeschouwer moeilijk de betekenis ervan te doorgronden.
Ook de kern van Coetzee’s roman komt er bekaaid vanaf. De voorstelling raast – de prettige vertelwijze van Buijs ten spijt – wel erg vlot over de zorgvuldig beschreven analyse van een aftakelende beschaving heen. Daardoor blijft ‘Wachten op de barbaren’ in een weinigzeggend schaduwgebied hangen. De tekst is te weinig uitgewerkt om de toeschouwer mee te slepen in de ontwikkelingen of krachtig naar de actualiteit te verwijzen. En de dans voegt te weinig toe om daaraan een echt verdiepende abstractie te geven.
foto: Sanne Peper
Leave a Reply