Ze werkte in een asielzoekerscentrum en sprak met vluchtelingen over hun verleden. Regisseusse Leen Braspenning zoekt naar de juiste vorm om de verhalen van vluchtelingen op het toneel te zetten. ‘Marieke Marieke’ is het begin van die zoektocht.
“Ik ben vandaag de Vlaamse Marieke”, zegt het donkere meisje. “En ik ben vandaag de Nederlandse Sybille”, zegt het meisje met waarschijnlijk meer Mediterrane wortels. “En vandaag zijn we super-blank en super-wit.”
Zo beginnen de Vlaamse actrice Aminata Demba (Malinese ouders) en de Nederlandse actrice Kaltoum Boufangacha (Marokkaanse ouders) de voorstelling ‘Marieke Marieke’ van het Zuidelijk Toneel. Over vluchten gaat de voorstelling en over de onvermijdelijke problemen die samenhangen met migratie. Maar in plaats van op de actualiteit te duiken die zo duidelijk voor de hand ligt, koos regisseuse Leen Braspenning een andere ingang. ‘Marieke Marieke’ vertelt het verhaal van de Vlaamse Marieke die naar Nederland vlucht aan het begin van de Eerste Wereldoorlog en van de Nederlandse Sybille die iets later van Nederland naar België migreert. Voor beide vrouwen is die verhuizing naar een ander land een ingrijpende gebeurtenis. Door die bewerking van het boek ‘Vlucht’ van Johanna Spaey weefde Braspenning de familieverhalen van Demba en Boufangacha zelf. “Mijn vader was een expat als hij blank was geweest”, vertelt Demba ergens in de voorstelling. “Hij was ook echt expat, hij werkt in de diamanthandel.”
De rustige toon van de twee actrices in de voorstelling staat bijna haaks op de vurige blik die Braspenning in haar ogen krijgt als ze over de onderliggende thematiek van de voorstelling spreekt. “Toen de Belgische vluchtelingen voor de Eerste Wereldoorlog naar Nederland kwamen”, zegt ze, “voerde Nederland een heel tweeslachtig beleid. De regering vond dat ze met open armen moesten worden ontvangen, maar tegelijkertijd werd er door de minister gesuggereerd dat ze uiteindelijk het beste konden worden teruggestuurd. Die tweeslachtigheid is nu nauwelijks anders. We vinden dat we goed voor de huidige vluchtelingen moeten zorgen, maar we gooien tegelijkertijd de grenzen dicht. Als er iets is dat ik voor mezelf moreel niet overeind kan houden, dan is het de manier waarop we met vluchtelingen omgaan.” De Vlaamse vertelt hoe in Brussel vluchtelingen in parken slapen, omdat er geen noodopvang voor ze is.
Toch was de huidige toename van het aantal vluchtelingen uit Syrië niet de reden om ‘Marieke Marieke’ te maken, vertelt Braspenning. Het idee had ze al langer liggen, de actualiteit heeft de voorstelling ingehaald. “Ik zoek graag onderwerpen op waar ik niet zoveel van weet, maar waar wel heel veel meningen over zijn. Om meer over vluchtelingenproblematiek te weten te komen, ben ik vrijwilligerswerk gaan doen in het vrouwenblok van een asielzoekerscentrum.” Braspenning organiseerde culturele activiteiten, zoals handenarbeid, zodat de vrouwen even hun gedachten konden verzetten. Omdat die vrouwen nauwelijks over hun vlucht praten, interviewde ze ook vrouwen die hier al langer wonen over hun verleden als vluchtelingen.
De gesprekken die ze met de vrouwen had, komen niet letterlijk in de voorstelling terug, zegt Braspenning. “Maar ik draag ze bij het maken wel mee. Ik wil graag voeling hebben met de realiteit als ik een voorstelling maak.” De thematiek van vreemd zijn in een nieuw land vindt bovendien zijn weg in de verhalen over migrantengeschiedenis van de twee actrices. “Aminata en Kaltoum worden toch vaak aangezien voor vluchtelingen. En als je telkens op je uiterlijk wordt aangesproken, dan ga je verhalen vertellen om je identiteit te verdedigen.”
Het historische verhaal, de actualiteit en de actrices met hun migrantengeschiedenis geven zo samen een complex beeld van honderd jaar migratie- en vluchtelingenverhalen. ‘Marieke Marieke’ is voor Braspenning bovendien het startschot van een zoektocht naar de juiste vorm om de verhalen van vluchtelingen in het theater te vertellen en zo een ontmoeting tussen twee werelden tot stand te brengen. Het voelde voor haar het prettigste om te beginnen met de vraag hoe wij vanuit onze autochtone positie naar de vluchteling kijken, maar dan wel met de niet-blanke actrices als schurend element. “Het verhaal van de actrices zit onder het Nederland-Belgische verhaal van ‘Vlucht’ en zo geven gebeurtenissen van honderd jaar gelden een bril om naar het heden te kijken. Uiteindelijk wil ik heel graag nog wat met mijn interviews met de vluchtelingenvrouwen doen, maar ik heb meer tijd nodig om te onderzoeken hoe dat het beste kan.” Wel wordt na elke voorstelling een nagesprek georganiseerd, waarin met vluchtelingen en immigratie-experts over hun ervaringen wordt gesproken.
Tijdens haar toespraak bij de recente opening van het Theaterfestival riep regisseur Ola Mafaalani de Nederlandse theatermakers op zich meer geëngageerd op te stellen als het gaat om het vluchtelingenvraagstuk. Om haar woorden kracht bij te zetten, liet ze honderd asielzoekers het podium met haar delen. Hoe kijkt Braspenning naar die stelling? “Mijn sociaal engagement is groot en ik ben theatermaker, dus het een heeft altijd met het ander te maken. In het theater kun je je laten raken door het persoonlijke verhaal van een ander. Hopelijk nemen bezoekers dus iets van die vluchtverhalen mee. Ondertussen zijn die traditionele theaterbezoekers wel blanke hoogopgeleiden. Ik kan dus sociaal kritisch zijn, maar dat is wel binnen de relatief kleine cultuurwereld.” Juist daarom wil ze ook weer graag met vluchtelingen aan het werk, omdat bezig zijn met cultuur ook hen heel veel kan brengen. “In die zin werk nog op twee sporen.” Al is de ambitie om die twee sporen – en die twee groepen – op termijn bij elkaar te krijgen en zo een echte ontmoeting mogelijk te maken. “Voor mij gaat theater altijd over ontmoeting. Door de vluchtverhalen van de vrouwen in het asielzoekerscentrum, besefte ik in wat voor een veilige zeepbel we hier leven. Of het nou om Irak, Syrië, Afghanistan of Ethiopië gaat: het leven is op veel plekken op de wereld zo hard. Dat je hier ’s avonds veilig de straat op kunt, zien wij niet meer, maar is voor veel mensen enorm bijzonder. Dat verhaal van die bubbel zou ik op de langere termijn nog wel willen vertellen.”
foto: Johann van Gerwen
Leave a Reply