Plots ontstaat er een verkeerschaos in de stad. Een automobilist is onverwacht op de rem gaan staan, omdat hij van het ene moment op het andere blind is geworden. Na de automobilist wordt langzaam de hele stad blind. Alleen de vrouw van de oogarts blijft haar zicht behouden.
Zo begint de roman ‘Stad der blinden’ van de Portugese Nobelprijswinnaar José Saramago en zo begint ook de op het boek gebaseerde voorstelling van Theater Utrecht. En net als het boek is de voorstelling een fascinerende studie naar wat er met een normaal functionerende samenleving gebeurt na een catastrofe. Nadat de blinden in quarantaine zijn geplaatst, verdwijnen al snel de menselijke mores en gaat het recht van de sterkste spelen. Mensen vervuilen, stelen, dwingen elkaar tot seks in ruil voor voedsel en zien zich uiteindelijk gedwongen tot moord.
Stijn Devillé bewerkte het boek voortvarend, maar regisseur Thibaud Delpeut voegde er ook een interessante eigen theatrale laag aan toe. Hij laat de vrouw van de oogarts spelen door twee actrices (Wendell Jaspers en Karina Smulders). Smulders is de observator die zich letterlijk buiten de quarantainezaal bevindt die het decor van de voorstelling vormt. Jaspers beweegt zich tussen de blinden, waar ze probeert ‘haar’ groep zo lang mogelijk hun waardigheid te laten behouden door voor ze te zorgen. Zo geeft Delpeut een interessante theatrale vorm aan de ingewikkelde en eenzame positie van de vrouw. Zij is niet zoals de blinden en bevindt zich daardoor net zo goed buiten hun wereld als dat ze er deel van uit maakt. Bovendien is zij gedwongen de gruwelen te zien die de anderen door hun blindheid bespaard blijven. Haar zien is daarmee een zegen en een vloek tegelijkertijd.
Misschien raast de voorstelling iets te snel over de complexe menselijke emoties heen die veroorzaakt worden door zo’n maatschappelijke onttakeling, waardoor de personages redelijk vlak blijven. Tegelijkertijd leggen de slim gekozen scènes wel de ethische dilemma’s bloot die bij zo’n situatie komen kijken: zou je je vrouw laten misbruiken in ruil voor eten?
Maar ondanks alles blijft er bij Delpeut iets van menselijkheid overeind. Die kleine momenten weet hij knap te vangen in simpele, krachtige beelden. Van naakte lichamen die spelen in de regen en zo de vuiligheid en beestachtigheid van zich af wassen. Of van een simpele omhelzing van mensen die, ondanks de uitzichtloze situatie en het feit dat ze elkaars gezicht nooit zullen zien, samen willen zijn.
foto: Roel van Berckelaer
Leave a Reply