Hoe staat de cultuursector er na de bezuinigingen voor? In april adviseert de Raad voor Cultuur over de hoofdlijnen van het cultuurbeleid na 2017. In Trouw een serie met vier culturele knelpunten. Vandaag: verder zonder subsidie
Steeds wordt het gesprek even onderbroken. Dan moet Cobie de Vos, directeur van Het Huis Utrecht, zich verplaatsen, omdat iemand de ruimte waar ze zit nodig heeft. Elke ruimte van het voormalig schoolgebouw wordt intensief gebruikt. Tot 2013 was de plek een productiehuis waar jonge theatermakers hun eerste stappen in de theaterwereld konden zetten. Maar toen voormalig staatssecretaris Halbe Zijlstra 200 miljoen bezuinigde op het Nederlandse kunstenlandschap, verloor ook het productiehuis zijn subsidie.
In totaal raakten 136 cultuurinstellingen in 2013 hun landelijke subsidie kwijt. Daarvan moesten er volgens een recent rapport van de Rekenkamer 23 de deuren sluiten, zoals Noord Nederlandse Dans, Onafhankelijk Toneel en Museum de Paviljoens. 114 instellingen bestaan nog. De vraag is welke activiteiten de instellingen nog kunnen verrichten en van welk geld ze dat doen. Het ministerie van OCW houdt die gegevens niet bij en werd daarvoor door de Rekenkamer op de vingers getikt. Het idee achter de bezuinigingen was dat cultuurinstellingen ook in de vrije markt zouden moeten kunnen bestaan. Dan moet je natuurlijk achteraf wel kijken of die aanname klopt. Een aantal instellingen lijkt echter gered door gemeente of provincie. Andere instellingen, zoals Het Huis, besloten met minder geld een andere weg in te slaan.
“Wij raakten in een keer 1,3 miljoen euro kwijt”, vertelt De Vos. “Dat los je niet op door wat in de overhead te snijden.” Een productiehuis blijven was te duur, dus moest Het Huis zich, met een ton subsidie van de gemeente, vanaf de grond af opnieuw uitvinden. “Hoe konden we alsnog een plek creëren die van meerwaarde zou zijn voor de ontwikkeling van de podiumkunsten?”
De organisatie gooide de deuren van zijn monumentale pand open en verdient nu zijn geld met de verhuur van repetitieruimtes en kantoren, veelal aan theatermakers of kunstorganisaties. De foyer werd een open werk- en ontmoetingsplek waar zzp’ers achter hun laptop en cappuccino zitten. De inhoudelijke meerwaarde, zegt De Vos, zit in de ontmoetingen die zo plaatsvinden tussen theatermakers, publiek, bedrijfsleven en buurtbewoners. Bovendien wordt het verdiende geld deels gebruikt om weer theatermakers te ondersteunen: met advies, met een goedkope repetitieruimte of met productiecapaciteit.
Ook het Internationaal Danstheater bestaat nog zonder subsidie. Het dansgezelschap was toevallig al voor de bezuinigingen bezig met een forse reorganisatie en een artistieke koerswijziging, vertelt directeur Sophie Lambo. Het verkocht zijn eigen pand en maakte zo geld vrij om nog een aantal jaar voorstellingen te maken. Lambo: “We vonden een aantal sponsors en we zagen de vriendenclub groeien. Ik heb nieuwe speelplekken gezocht om maar voor zoveel mogelijk publiek te spelen.” Met hogere bezoekerscijfers en meer inkomsten als resultaat
Toch is dat allemaal niet genoeg om structureel zonder subsidie te kunnen. In 2017 is het geld van het eigen pand op. Lambo: “Dans is een dure kunstvorm, doordat er veel dansers en musici elke avond op het toneel staan na vele weken repeteren. Een productie kost al gauw vier tot zes ton. Als theaters je maximaal vierduizend euro betalen, kom je dus niet uit.” Het Internationaal Danstheater hoopt daarom in 2017 alsnog voor rijkssubsidie in aanmerking te komen en ziet de subsidieloze jaren als een tijdelijke fase waarin de organisatie zich kan heroriënteren.
Dat Het Huis en het Internationaal Danstheater vrijwel zonder subsidie wisten te overleven, betekent niet dat elke culturele organisatie dat kan, zeggen de directeuren. Zo hadden zij allebei een pand dat ze konden inzetten en dat heeft niet elk theater- of dansgezelschap. De Vos: “Maar er valt wel van ons verhaal te leren. Ook voor het Rijk, dat geen oog heeft voor instellingen die ze niet meer financiert. Terwijl het ministerie daar nou juist aan zou kunnen zien of hun beleid op de juiste manier heeft uitgepakt. Of niet.”
Leave a Reply