Achterover leunen is er bij de projecten van theatermaker Emke Idema niet bij. In haar theatrale spellen is het publiek toeschouwer en acteur tegelijkertijd. “Hoe kun je het publiek zichzelf op het spel laten zetten?”
Stel je voor. Je bent ’s avonds alleen thuis en er wordt aangebeld. Er staat een vreemde man voor de deur die vraagt of hij van je toilet gebruik mag maken. Laat je die man dan binnen? En maakt het voor het binnen laten nog uit of het een zwarte man is of een hipster met een baard?
De twijfel slaat toe bij de spelers van het theatrale spel ‘RULE’ van theatermaker Emke Idema. Ze moeten kiezen voor wel of niet binnen laten en op het bij die keuze behorende gekleurde eilandje op de speelvloer gaan staan. Niet kiezen is geen optie en wie niet op tijd op een eilandje staat is af. De eilandjes – groen, bruin, wit, geel en rood – zijn niet altijd even groot genoeg voor alle spelers die een bepaalde keuze maken en ook als je van je landje valt, lig je uit het spel.
De twijfel bij de spelers is begrijpelijk. Aan het begin van het spel hadden ze gebroederlijk de grondwet van het spel vastgesteld. Daarin hadden ze hardop aan elkaar beloofd om idealistisch te zijn en open te staan voor het onbekende. Maar nu dat onbekende de vorm heeft aangenomen van een zwarte man met hoge nood, blijken die abstracte idealen wat hoog gegrepen. En dan moeten de echt moeilijke dilemma’s, voorgelegd door een onverbiddelijke computerstem, nog komen. Zou jij als tolk bij de IND je twijfels durven uiten over iemands vluchtverhaal? En wie van je medespelers zou jij eigenlijk asiel willen geven op je eigen gekleurde eilandje?
Rustig onderuit gezakt naar een toneelstuk kijken, is er niet bij voor de bezoeker van de ‘voorstellingen’ van Emke Idema. Spelen is voor haar als theatermaker de beste manier om op zoek te gaan naar de persoonlijke ethiek van mensen, vertelt ze. De proefsessie van het spel is inmiddels afgelopen. De spelers gaan aan het bier en de speler die werd afgewezen voor asiel gaat verhaal halen bij degene die haar afwees. “Mensen trekken de ethiek in hun dagelijks leven los van de landelijke politiek. Je kunt gemakkelijk boos worden over het beleid, bijvoorbeeld als het gaat om asielzoekers, want je bevindt jezelf niet in de situatie van een vluchteling of een IND-medewerker. Dus probeer ik de ethiek die mensen thuis hanteren over de beleidsethiek heen te leggen. Van de week speelden er medewerkers van de IND mee met een proefspel. Zij vertelden dat er in hun werk momenten zijn waarin je kunt sturen en manipuleren. Vraag je door op dat vluchtverhaal of niet? Dat zijn hele persoonlijke keuzes.”
Idema kiest er bewust voor om geen traditionele voorstelling te maken, maar een theatraal spel. Juist door te spelen, word je gedwongen je in de verschillende situaties in te leven en stelling te nemen ten opzichte van de andere spelers. Idema: “Als ik zelf in de theaterzaal zit bij een voorstelling, dan valt me op dat we allemaal als individuen naast elkaar zitten en we allemaal dezelfde kant op kijken. Ik gebruik het theater liever om het collectief aan te spreken. Ik wil de toeschouwers politiek maken, door ze letterlijk tegenover elkaar te plaatsen en tegenover elkaars mening.”
Is het toch veelal links-progressieve theaterpubliek dan niet te eensgezind om ‘RULE’ als spel te laten werken? Idema: “We proberen het publiek zo breed mogelijk uit te nodigen. Hoe meer divers het publiek, hoe interessanter het spel. Vanavond was het publiek extreem eensgezind. Op alle vragen is het meest sociaal wenselijke antwoord mogelijk, maar het is fijn als er spelers zijn die dat durven te doorbreken. Op dat moment wordt die sociale wenselijkheid immers fysiek zichtbaar en kan er een gesprek ontstaan: hoe komt het dat jij dat niet vindt? We proberen de vragen zo te stellen dat die discussie mogelijk wordt. De spelstructuur creëren die je daarvoor nodig hebt, dat is een kwestie van trial and error.”
Vandaar dat Idema speltests organiseert, zoals vanavond. Repeteren aan ‘RULE’ betekent immers het spelletje uitproberen. Tussen de proefspelen door knutselt Idema aan de structuur en de regels van het spel. Welke dilemma’s gebruik ik? In welke volgorde? Hoe onverbiddelijk is de computerstem? Hoe vaak mogen de spelers hun keuzes verantwoorden? “Dat is wiskunde, omdat er zoveel verschillende factoren meespelen. Zo moet het spel wel scherpe randjes hebben, zodat het politiek wordt en de inhoud die ik wil overbrengen helder is, maar het moet tegelijkertijd veilig genoeg zijn voor de spelers om het spel te willen spelen. Hoe kun je, kortom, een betekenisvolle ervaring creëren, waarbij het publiek zichzelf op het spel zet?”
De belangrijkste formule waar Idema in deze laatste weken naar zoekt, is die om het publiek aan het rebelleren te krijgen tegen de regels van het spel. Die mogelijkheid is voor haar een wezenlijk onderdeel van de thematiek. “Ik mis de onderhandeling in de samenleving tussen beleid en persoonlijke ethiek. Ik hoop dat ‘RULE’ stimuleert om na te denken over de regels, hoe ze tot stand komen en hoe ze doorbroken kunnen worden.’
Ze vertelt hoe ze op een andere proefavond de spelregels zo strak had aangedraaid dat de spelers na tien minuten al begonnen te protesteren tegen de te strikte regels. Maar de spelers van deze avond volgden redelijk keurig de computerstem. Slechts eenmaal grijpt een meisje een van de interruptiemicrofoons die overal in de zaal hangen om haar ongenoegen te uiten over het wegstemmen van een van haar medespelers. Idema: “Dat iedereen vanavond zo braaf was, ligt dat aan de samenstelling van het publiek of aan de manier waarop ik de structuur aanbied? In principe kan ik in het begin helder als regel stellen dat de spelers die microfoons kunnen pakken. Maar ik vind dat die beweging uit het publiek moet komen. Het publiek moet zelf de keuze maken om in te grijpen, omdat ze het niet met de regels eens zijn.”
Leave a Reply