Mooi, revolutie geslaagd. Maar hoe nu verder? De moeilijkste vraag komt namelijk pas na de strijd tegen het onrecht: hoe richten we een nieuwe samenleving in die wel rechtvaardig zal zijn?
Over de onoplosbaarheid van dat probleem schreef de Duitse toneelschrijver Georg Büchner ‘Dantons dood’, dat onder regie van Johan Simons wordt gespeeld bij Toneelgroep Amsterdam. Na de Franse revolutie komen twee revolutionairen van het eerste uur, Danton en Robespierre, tegenover elkaar te staan. Danton propageert de totale vrijheid, waarin de staat het individu met rust laat, ook als dat leidt tot ondeugdzaamheid. Robespierre wil de kans grijpen om na de revolutie een nieuwe samenleving op te bouwen, met een Nieuwe Mens die deugdzaam is en gematigd. Die deugd moet de staat desnoods met geweld afdwingen en onder Robespierres leiding snort te guillotine er lustig op los.
Ondertussen blijken de twee ideologieën zelfs voor hun bedenkers te idealistisch. De amorele Danton ligt ’s nachts wakker van de schuld die hij heeft aan de vele doden van de revolutie en Robespierre blijkt in zijn wraakzuchtige woede ten opzichte van Danton niet echt deugdzaam of gematigd.
Het is voor de toeschouwer van ‘Dantons dood’ flink aanpoten geblazen, want als een sneltrein denderen de complexe vraagstukken over mens en maatschappij, deugd en rechtvaardigheid over het toneel. Die vragen zijn belangrijk en wezenlijk, maar in een enkele toneelavond niet allemaal te bevatten, hoe goed ze ook door de acteurs van Toneelgroep Amsterdam op het toneel worden gezet. Het is knap hoe Gijs Scholten van Aschat als Robespierre en Hans Kesting als Danton de ideeënmachines die hun personages zijn nog enige menselijke lagen weten mee te geven. Beiden lijken soms te gisten van de innerlijke tegenstrijdigheden.
Toch is het – net als in de wereld buiten het toneel – de gewone mens die door al die hoogdravende ideeën uit het zicht lijkt te verdwijnen. De mens, wiens lot toch het uitgangspunt was van de revolutie. Tot midden in de zoveelste theoretische discussie tientallen gewone Amsterdammers van alle kleuren en geloven het toneel opstromen en bezit nemen van het podium. Alsof ze een zachte contrarevolutie plegen ten opzichte van de revolutionairen die alleen over hen praten. Het is een ingreep – die Simons samen bedacht met Adelheid Roosen voor haar project ‘De Oversteek’ – die raakt. Omdat de mens niet alleen een kneedbaar idee blijkt, maar vooral een wezen van vlees en bloed dat gehoord en gezien wil worden.
foto: Jan Versweyveld
Leave a Reply