Boekbewerkingen zijn al een paar seizoenen een trend in het theater. De komende weken gaan er weer drie in première. Maar een roman is geen toneeltekst. Hoe bewerk je een boek tot toneel? Drie bewerkers aan het woord. “Een boek vindt het niet erg als je door hem heen gaapt.”
“Het mooie van boeken vind ik dat je via de taal de mogelijkheid krijgt om in het hoofd van een personage te kijken”, vertelt Leon van der Sanden. Van der Sanden bewerkte de afgelopen 15 jaar talloze boeken voor het toneel. Zijn laatste bewerking is ‘Haar naam was Sarah’ naar de bestseller van de Franse schrijfster Tatiana de Rosnay. Maar wat zo mooi is in een roman, is op het toneel een stuk ingewikkelder. Een monoloog waarin het personage zijn diepe zielenroerselen zomaar over het toneel spuit wordt al snel ongeloofwaardig of pijnlijk dramatisch. Van der Sanden: “Toch zul je als bewerker iets moeten met die gedachten. Hetzelfde geldt voor beeldbeschrijvingen, bijvoorbeeld. Zo staan bij ‘Eline Vere’ van Couperus waterlelies met daaronder het moeras voor Eline’s ontluikende seksualiteit. Dat soort symboliek is moeilijk in een dialoog te vangen.”
“Een roman staat in de verleden tijd, een toneelstuk in de tegenwoordige tijd”, vat regisseur en bewerker Ger Thijs treffend samen. Thijs is bezig met de laatste repetities van ‘De donkere kamers van Damocles’ naar de roman van Willem Frederik Hermans die hij bewerkte voor het toneel. Hij bewerkte een groot aantal Nederlandse literaire monumenten voor het toneel, waaronder ‘Karakter’ van Bordewijk, een aantal romans van Couperus en ‘De heren van de thee’ van Hella Haasse. Wat Thijs bedoelt, is dat een boek vrijwel altijd vertelt over wat al eerder gebeurde en bovendien makkelijk naar verschillende tijden en plaatsen kan verspringen. Terwijl in een toneelvoorstelling de gebeurtenissen zich live en op een enkele plek voor de ogen van het publiek ontwikkelen.
Ingreep
Er is dan ook een vaak een flinke ingreep nodig om een oplossing te vinden voor die verschillen in medium. De grootste puzzel waar een bewerker voor komt te staan is om de juiste ingreep te vinden die recht doet aan de kracht van de roman. In het geval van ‘De donkere kamer van Damocles’ koos Ger Thijs ervoor met het verhoor van hoofdpersoon Osewoudt, te beginnen, terwijl dat in het boek aan het eind zit. Het verhoor dient als raamwerk om de voorgaande gebeurtenissen te kunnen laten zien. Van der Sanden verzon iets dergelijks voor ‘Haar naam was Sarah’. In het boek wisselen twee met elkaar verweven verhalen elkaar af: dat van het Joodse meisje Sarah dat tijdens de Tweede Wereldoorlog de meest verschrikkelijke dingen meemaakt en dat van de journaliste Julia die tijdens een onderzoek naar de Jodenvervolging in Parijs de geheime geschiedenis van haar schoonfamilie – en daarmee van Sarah – ontdekt. In het boek wordt nooit helemaal duidelijk wat er met Sarah is gebeurd. Léon van der Sanden laat haar in de voorstelling in een kliniek tijdens een psychose haar herinneringen herbeleven, terwijl tegelijkertijd Julia op datzelfde toneel aan haar onderzoek bezig is naar diezelfde geschiedenis. Van der Sanden: “In onze voorstelling lopen de verschillende lijnen en tijden van de roman letterlijk door elkaar heen op het toneel. De herinneringen van de personages roepen elkaar op. Dat kan echt alleen in het theater.”
Vergeleken met Thijs en Van der Sanden houdt Joeri Vos zich minder bezig met de toneelmatige problemen die zijn bewerking van Kafka’s ‘Het proces’ oplevert. Dat komt voor een deel voort uit de losse regiestijl van regisseur Marcus Azzini van Toneelgroep Oostpool met wie Vos nauw samenwerkt. Vos bewerkte voor Azzini eerder Virginia Woolfs ‘Orlando’. Vos: “Problemen hoef ik niet in mijn eentje op te lossen. Als ik een regieaanwijzing zet: ‘ze zitten in een bootje’, dan is het aan de regisseur en de decorontwerper om daar uit te komen. Ik praat dan ook veel met Marcus. Hij vindt het leuk om dingen met beelden op te lossen. Hij laat zijn acteurs bovendien heel open spelen. Daardoor kunnen ze het publiek ook gewoon vertellen dat ze in een bootje zitten.”
Spaarzaam zijn
Maar er zijn meer verschillen tussen een roman en een voorstelling waar de bewerker rekening mee zal moeten zouden. Zo vragen het kijken naar een toneelvoorstelling en het lezen van een roman om een ander soort concentratie van de lezer/bezoeker en dat heeft gevolgen voor de toneelbewerking. “Dingen worden op het toneel al snel langdradig en saai”, vertelt Vos. “Een boek kun je even wegleggen en hij vindt het ook niet erg als je door hem heen gaapt.” In een voorstelling moet je het publiek echter bij de les houden. Van der Sanden: “Je kunt niet eindeloos uitweiden. Je moet spaarzaam zijn.” Zo worden zijpaden in een roman vaak niet genomen in een toneelvoorstelling en wordt het aantal personages beperkt. Van der Sanden bracht de hele schoonfamilie van Julia terug naar een personage: de grootvader.
Dat vraagt dus om schrappen in de roman waar je zo van houdt. “Elke bewerking is een strijd met de schrijver”, zegt Thijs. “Hoewel bewerken altijd gebeurt uit bewondering voor de schrijver, zul je die bewondering moeten knechten, omdat je het origineel soms moet aantasten en verraden.” ”Daarom begin ik een bewerking met minder onder de indruk proberen te zijn van een roman”, vertelt Vos. “Anders is het toch alsof je over de Bijbel moet gaan zeggen: dit stuk kan er wel uit.”
Vos bewerkt langzaam en intuïtief, vertelt hij. De eerste versie van ‘Het proces’ was langer dan de roman zelf. Vervolgens moet hij schrappen. “De eerste wijziging, de eerste schaakzet doe ik zomaar en van daaruit ontwikkelt het spel zich verder. Dan kijk ik wel waar ik uitkom. Elke wijziging heeft immers consequenties. Op een gegeven moment vond ik bijvoorbeeld dat mijn bewerking teveel over bureaucratie dreigde te gaan. Dat moet ik dan weer bijsturen.”
Een bewerking is meer dan het navertellen van een boek, vinden de bewerkers. Het is idealiter een zelfstandig kunstwerk dat naast het boek kan staan. Van der Sanden: “Ik probeer iets te maken dat voor mij zelf artistiek bevredigend en tegelijkertijd toegankelijk is.” Vos: “Het toneelstuk moet op eigen benen kunnen staan. Toneel heeft immers zijn eigen kracht. De gezamenlijke ervaring van samen in een zaal naar een voorstelling kijken, is immers iets anders aan in je eentje op de bank zitten met een roman.”
‘De donkere kamer van Damocles’ van Hummelinck Stuurman, te zien vanaf 28 september, ‘Haar naam was Sarah’ van Bos Theaterproducties, te zien vanaf 3 oktober, ‘Het proces’ van Toneelgroep Oostpool, te zien vanaf 5 oktober.
Leave a Reply