Als een onverwoestbare, stalen dna-streng wentelt een zwarte trap zich een donkere huiskamer in. Maar het zou ook een ijzeren gevangenistrap kunnen zijn die vanuit de gemeenschappelijke ruimte naar de cellen leidt. Beide associaties kloppen bij de voorstelling ‘Lange dagreis naar de nacht’ van Toneelgroep Amsterdam waarvan de wenteltrap het toneelbeeld bepaalt.
Met ‘Lange dagreis naar de nacht’ schreef de invloedrijke Amerikaanse toneelschrijver Eugene O’Neill een afrekening met zijn eigen pijnlijke verleden en zijn verslaafde ouders. Maar hij wist daar tegelijkertijd een meer universele schets van schrijnend menselijk onvermogen van te maken. Een onvermogen om te gaan met het verleden, met knellende familiebanden en met de eigen zwakten die het resultaat zijn van datzelfde verleden en diezelfde bloedband.
In een zomerhuis komt een echtpaar met hun zonen bij elkaar om te vieren dat moeder van haar morfineverslaving af is. Haar verslaving heeft diepe sporen getrokken door de familierelaties, die zich niet zo makkelijk laten uitwissen. Hoewel het gezin het verleden het liefst vergeet, kan er in het vakantiehuis geen zin worden geuit of geen stap worden gezet zonder dat verleden weer op te roepen. Dat leidt tot precies die nieuwe vicieuze cirkel van pijn, drank, morfine, verwijten en nieuwe pijn die men uit alle macht probeerde te vermijden.
Ze mogen dan verdrinken in hun eigen onvermogen, maar de gezinsleden uit ‘Lange dagreis naar de nacht’ zijn geen willoze slachtoffers van hun verslaving of anderszins disfunctionele types. De personages die regisseur Ivo van Hove zijn vier uitmuntende acteurs laat spelen, zijn mensen van vlees en bloed. Gewone mensen die proberen van elkaar te houden, maar door een giftig samenspel van pech, slecht dna, domme keuzes en menselijke zwakten onvermijdelijk van elkaar afdrijven.
Meesterlijk tonen acteurs Gijs Scholten van Aschat, Marieke Heebink, Ramsey Nasr en Roeland Fernhout al die verschillende lagen van hun rollen. Daarbij acteren ze als fijnschilders op de vierkante millimeter: uiterst precies, vanuit hun tenen en met mededogen voor hun personages. Vooral Heebink speelt knap hoe haar personage zich door haar verslaving ontwikkelt van een eenzame, maar diplomatieke en liefdevolle moeder via een beledigende flapuit, naar een verloren ziel die slechts nog in het verleden leeft.
Juist door die gefijnschilderde en met liefde gespeelde personages is ‘Lange dagreis naar de nacht’ behalve een lesje hogeschool acteren, een pijnlijk en aangrijpend portret van vier gewone mensen die onontkoombaar gevangen zitten in hun eigen verleden.
Leave a Reply