Recensie Poëten en Bandieten – De Warme Winkel

foto: Sophie Knijff
foto: Sophie Knijff

‘Dit is het echte Rusland’, verzekeren de spelers van collectief De Warme Winkel ons, terwijl ze een kar met daarop een in kozakkenkostuum gehuld Russisch muziekgroepje de met nepsneeuw bedekte speelvloer optrekken. Maar al snel blijkt dat het echte Rusland zich helemaal niet zo snel laat reconstrueren. Want hoe moet je Rusland begrijpen als Russen dat zelf al niet eens kunnen?

Voor de voorstelling ‘Poëten en bandieten’ liet De Warme Winkel zich inspireren door de veel te vroeg gestorven Russische dichter Ryzhy (1974-2001). Zijn werk, maar vooral ook zijn leven, vormen de aanleiding voor een caleidoscopische voorstelling over de intrigerende vraag of je als kunstenaar werkelijk de wereld kunt begrijpen.

Zoals vaker bij De Warme Winkel zit de veellagige betekenis van ‘Poëten en Bandieten’ verborgen in een bedrieglijk rommelige en losse vorm. In een grote fabriekshal in Zaandam – bereikt via een mooi boottochtje over het IJ – ligt een dikke laag nepsneeuw. In die sneeuw staat een enorme uitdragerij aan houten planken, oude kleding en tweedehands meubels. Met dat materiaal proberen Mara van Vlijmen, Jeroen de Man, Vincent Rietveld en Ward Weemhoff het leven van Ryzhy te reconstrueren om zo grip te krijgen op zijn werk. Dat gebeurt schijnbaar chaotisch en schetsmatig, waarbij de acteurs van de ene rol in de andere schieten, van het heden naar het verleden schakelen en documentair en poëtisch theater elkaar laten verdringen. Maar al snel blijkt die hele exercitie tot mislukken gedoemd, als de acteurs tot de conclusie komen dat de Nederlands vertaling van Ryzhy’s gedichten niet deugt. En als de taal al als een filter tussen de acteurs en Ryzhy in staat, hoe moeten zij zijn leven en zijn zelfgekozen dood dan begrijpen?

Vanuit die vraag ontspint zich onder de fragmentarische speelstijl en houtje-toutje-esthetiek een fijnmazig en bijna ongrijpbare betekenisconstructie. Want het idee dat een gedicht ‘lost in translation’ raakt, laat zich ook verder doortrekken. Boris Ryzhy gebruikte immers zijn gedichten om zichzelf en zijn land te leren begrijpen en slaagde daar niet in. Kun je dan zijn werk gebruiken om hem of Rusland te begrijpen? Tegelijkertijd levert dat onbegrip de theatermakers ook een vrije ruimte op om zelf hun fantasie de vrije loop te laten en zich uit te leven in een theatrale speeltuin vol met sneeuw, kozakkenmuzikanten en berkenboompjes, wat uiteraard weer de grootste clichés zijn die je als Nederlander over Rusland kunt bedenken. En dit alles wordt dan weer in het licht geplaatst van de zelfgekozen dood die misschien wel een grotere esthetische daad is dan een theatervoorstelling of een gedicht ooit kan zijn.

Die knappe verknoping van al die thematische lijntjes en de fragmentarische opzet van ‘Poëten en bandieten’ levert een hoop pakkende theaterpoëzie op, maar heeft ook zijn schaduwkant. Soms lijkt het voor de niet-Ryzhy-kenner onmogelijk greep te krijgen op de diepere betekenis van wat de acteurs ons tonen. Ook kabbelen mooie vondsten – zoals een verbeelding van Ryzhy’s gewelddadige geboortestad Jekaterinenburg afgezet tegen mooie, melancholische Russische muziek, of een mooi vormgegeven hallucinatie van een stervende Ryzhy – soms net te lang door.

Het zijn slechts kanttekeningen bij een bijzondere toneelavond die blijft hangen. Wie de komende week niet vanaf Over het IJ het bootje neemt naar de besneeuwde Zaanse loods, gaat een bijzondere voorstelling missen.

 

 

Comments

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.