Theater is voor de gemiddelde puber niet de gemakkelijkste kunstvorm. En, eerlijk is eerlijk, er wordt af en toe ook wel erg abstracte onzin als toneel gepresenteerd. Acteurs mompelen bij tl-licht abstracte teksten, iemand rolt een uur over de grond, of houdt een saaie lezing en noemt dat dan theatraal. En stel je dan voor dat je een puber bent die van school voor het eerst naar een theater moet en bij een dergelijke voorstelling belandt. Dat kan je allemaal voorgoed genezen van je liefde voor theater. Jetse Batelaan maakte bij Toneelgroep Max precies voor die puberende doelgroep de voorstelling Toneel, waarin hij op hilarische wijze korte metten maakt met abstract onzintoneel en tegelijkertijd volkomen invoelbaar maakt hoe het als jongere moet voelen om daar verplicht naar te moeten kijken. Dat doet hij vooral door met zijn acteurs een fantastische persiflage neer te zetten op al die theatermakers die zichzelf wel heel erg serieus nemen.
Heel veel doen die acteurs niet. Nadat het publiek met truttige roze slofjes aan op de tribune in een Amsterdamse buurtgymzaal heeft plaatsgenomen, blijft het tl-licht aan. In dat harde licht maken de spelers abstracte bewegingspatronen over de groene vloer. Gekleed in foute trainingspakken, afgewerkt met een sjerp, een cape of een grote kraag, cirkelen ze door de zaal, staan ze op een rij en doen stapjes naar links of rechts of maken kleine sprongetjes. Echt veel plezier lijken ze er niet in te hebben, maar ze nemen hun bewegingen wel bloedserieus. Af en toe gaat het mis. Zo doet een van de acteurs een verkeerd stapje, valt uit het patroon en moet vervolgens grote moeite doen zich weer naar het patroon te voegen.
De patronen worden afgewisseld met melodramatische theatrale gebaren en meerstemmig ge-lalala. Of de acteurs brullen: “Wij zijn theatergroep Max. Wij spelen toneel.” Ook wordt er met veel bombarie een groot special effect onthuld: er zitten knipperende fietslampjes aan de gymtouwen. De onzin gaat zo ver, dat wel duidelijk is dat we de pogingen van de acteurs niet serieus hoeven te nemen. Maar door de serieuze manier, waarop de personages het publiek hun kunsten presenteren, verwijst Batelaan wel naar een in het theater vaker voorkomende verwarring: de acteurs willen wel degelijk dat wij betekenis halen uit hun rare fratsen. Maar welke in godsnaam?
Dan komt er een jongen binnen met een veel te grote cjp-kaart, even later gevolgd door zijn vriendinnetje. Ze gaan duidelijk voor het eerst naar het theater en kijken naar een van de acteurs die net begonnen is met een waanzinnige expressionistische danssolo alsof ze water zien branden. Na die solo zingt een actrice een aria. Het meisje kijkt alsof ze ter plekke door de grond wil zakken, de jongen geeft zich een houding door te proberen mee te zingen. Als de acteurs even niet kijken, wisselen ze een kauwgumpje of een zoen. Het ongemak – zowel van die eerste zoen als van het eerste theaterbezoek – komt iedereen bekend voor. Zowel de doorgewinterde theaterbezoeker, als die veertienjarige die, hoe welwillend ook, chocola moet zien te maken van al die voor hem volstrekt mallotige zooi die hem als kunst en als belangrijk wordt gepresenteerd. Terwijl hij liever in het donker zou zitten foezelen met zijn nieuwe vriendinnetje
Toneel is een vrolijke sneer naar de theaterwereld zelf, die af en toe wel erg in zichzelf gekeerd is en daarbij vergeet dat er ook nog een publiek is, waarmee rekening geworden kan houden. Een publiek, dat – zeker buiten Amsterdam – niet louter bestaat uit de incrowd van vrienden, bekenden en critici. Batelaan laat zich met Toneel gelukkig niet verleiden tot makkelijk cynisme of oppervlakkige ironie over de nietzeggendheid van kunst. Met een wonderschoon mobieltjesconcert laat hij zien dat theater ook betoverend mooi kan zijn. Niet omdat het iets diepzinnigs te betekenen heeft, maar omdat maker en publiek er gezamenlijke hun fantasie de vrije loop kunnen laten of zich kunnen laten verwonderen door iets simpels als een mobieltje. En dat besef is inderdaad iets waar zowel de ckv-puber als de abstracte kunstenmaker iets aan zouden kunnen hebben.
Toneel door Theatergroep Max, regie: Jetse Batelaan. Gezien 27 maart 2010, nog te zien tot en met 22 april. www.tgmax.nl
Leave a Reply