Ze staat er ongemakkelijk bij in haar gouden glitterpak met hoge hoed. Voor een rood fluwelen gordijn heet theatermaakster Marjolijn van Heemstra ons welkom bij haar nieuwe voorstelling ‘Garry Davis’ die ze maakte bij het Ro Theater. Maar halverwege haar introductie draait de brutale volgspot langzaam weg en zet Van Heemstra in het donker.
Theatraliteit met volgspots, rookmachines en rode gordijnen is ook niet helemaal Van Heemstra’s stijl. De afgelopen jaren maakte ze indruk met haar documentairetheatervoorstellingen ‘Family ‘81’ en ‘Mahabharata’. Beide voorstellingen gingen over de vraag in hoeverre mensen in een geglobaliseerde wereld met elkaar verbonden zijn. Ze deed dat veelal op een vrijwel kaal toneel, als zichzelf.
Ook ‘Garry Davis’ had een documentaire moeten worden, vertelt Van Heemstra als ze haar spot weer heeft teruggevonden. Uitgangspunt was de opmerking van een Libanese vriendin die geen visum kreeg om haar te bezoeken. Die vond dat zij als mens blijkbaar minder waard was dan Marjolijn die wel vrijelijk tussen Beiroet en Schiphol mag reizen. In haar zoektocht naar een antwoord op die ongelijkheid stuit Van Heemstra op mensenrechtenactivist Garry Davis, een excentrieke ex-musicalster die de hele wereld rondreisde op zijn zelfverzonnen wereldpaspoort. Natiestaten zijn de bron van ongelijkheid tussen mensen en die zouden dus niet moeten bestaan, vindt Davis. Als wij ons verbeelden dat ze niet bestaan en onze rol als wereldburger beter spelen dan politici en douanebeambten, dan is het mogelijk een gat in hun ook maar verzonnen systeem te schoppen. Toch ervaart Van Heemstra, nadat ze na het zwaaien met haar eigen wereldpaspoort op Schiphol in detentie belandt, dat dat systeem toch tamelijk weerbarstig is.
Van Heemstra is een bevlogen vertelster en een nog betere schrijfster. Ze weet van haar verhaal over haar bezoek aan Davis en haar confrontatie met de stugge douanebeambte op Schiphol een meeslepend en ontroerend groter verhaal te maken over ongelijkheid, idealisme en verbeelding.
De samenwerking met regisseur Jetse Batelaan blijkt daarin een gouden greep. Hij durft Van Heemstra in een extreem theatrale vorm met glitterhoed en ukelele te dwingen die ze uit zichzelf niet snel gekozen zal hebben. Het legt een mooie extra laag onder haar verhaal. Net zoals Van Heemstra van Davis moet gaan geloven in haar rol als wereldburger, went ze ook langzaam aan haar rol als musicalster. Ze speelt haar rol zo voorbeeldig dat je graag in Davis’ ideale wereld zonder paspoorten en grenzen zou willen geloven.
Leave a Reply