Recensie To be or not to be – Het Zuidelijk Toneel

foto: Phile Deprez
foto: Phile Deprez

Shakespeare was acteur en wist daarom al: niets is wat het lijkt. Zeker niet op het toneel, waar zijn tegelijkertijd niet zijn betekent en de scheiding tussen leugen en waarheid voor een paar uur wordt opgeheven. Het spel met wezen en schijn speelt een centrale rol in de nieuwste voorstelling van Het Zuidelijk Toneel, waarvan de titel niet geheel toevallig ‘To be or not to be’ luidt. Gebaseerd op de gelijknamige film van Ernst Lubitsch uit 1943 toont de voorstelling een groep Poolse acteurs die tijdens de Duitse bezetting tegen wil en dank bij een operatie van het verzet wordt betrokken. De nogal matige acteurs en met name de arrogante sterspeler van het stel (Frank Lammers) hebben al hun gebrekkig talent nodig om de operatie te laten slagen.

Echt veel stelt het plotje van ‘To be or not to be’ niet voor. Daarvoor hangt het teveel op kluchtige misverstanden, plaksnorren, Duitse accenten en gemene Nazi’s in onderbroek. De sterrencast met naast Lammers onder andere Viggo Waas (N.U.H.R.), Waldemar Torenstra (Ja zuster, Nee zuster) en Ellen ten Damme jaagt dat plot er in hoog tempo doorheen, waarbij er continu van theatergenre wordt gewisseld. Van lach-of-ik-schiet-deurenklucht, muzikale revue en Tsjechoviaans drama inclusief sneeuw en samowar raast men door naar standup-comedy of een geestig staaltje archaïsch Shakespeare-acteren. Niet iedereen kan dat tempo bijbenen. Vooral Lammers en Ten Damme blijven pijnlijk consequent in slecht kluchtspel hangen, ook als de rest van de cast al een andere toon heeft aangeslagen.

Dat spelen met speelstijlen is leuk gevonden, maar toch vooral niet meer dan een trucje. Het is standup-comedian Raoul Heertje die in de nogal braaf-komische voorstelling wat prettige verwarring weet te stichten. Hij stelt aan het begin van de voorstelling als zijn 21e-eeuwse zelf het hele doel van theater ter discussie, waarmee hij de dubbele bodem van het theaterbedrijf laat zien: we weten dat theater niet echt is en toch geloven we er in. Maar wat levert die koddige magie ons eigenlijk maatschappelijk op? Daarna verdwijnt die vraag twee uur lang achter de plaksnorren en het deurenkluchtdecor en lijkt de dubbele bodem angstaanjagend leeg. Pas aan het licht-moralistische eind wordt nog een voorzichtige poging gewaagd de schone schijn iets van gewicht te geven: theater kan de wereld misschien niet veranderen, maar in ieder geval even de mogelijkheid van een betere wereld tonen. Waarin we – al is het maar twee uur –  even kunnen geloven.

Comments

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.