“Mijn gedachten zijn een orgie van ruimte en tijd”, zegt de hoofdpersoon uit de voorstelling ‘Helling’ van de jonge regisseur Maren Bjørseth. Inderdaad duikelen herinneringen uit verschillende periodes van zijn leven op het toneel over elkaar. Alsof ze elkaar oproepen, de een na de ander, als een associatieve sneeuwbal. Omdat de jongeman geen controle heeft over zijn gedachten, slepen ze hem mee en wordt hij gedwongen een personage te zijn in gebeurtenissen die eerder hebben plaatsgevonden.
Het hoofd van de jongen lijkt anders te werken dan dat van gewone mensen, alsof hij autistisch is, of manisch. Via zijn herinneringen, uitgespeeld voor een decor dat nog het meest op zo’n grote hersenscanner lijkt, krijgen we een intrigerend kijkje in zijn hoofd. We zien scènes uit zijn vroege jeugd met een eveneens geesteszieke en alcoholistische vader, een zorgzaam pleeggezin en een moeizame middelbare schooltijd. Maar we ontdekken langzaam ook het sociaal onwenselijk gedrag dat wordt veroorzaakt door een combinatie van een slechte opvoeding en zijn ziekte: agressie, contactgestoordheid en seksueel misbruik.
Maren Bjørseth won afgelopen zomer de Ton Lutzprijs, de prijs voor het grootste afstuderende regietalent. Talent heeft Bjørseth zeker. Met een vaardige en vlotte regiehand leidt ze de toeschouwer door de potentieel verwarrende kluwen van herinneringen. Ze heeft ervoor gekozen om de personages om de jongen heen te laten spelen door slechts twee acteurs die hen bewust neerzetten als nare, platte en overdreven personages. In eerste instantie is die hysterische een-dimensionaliteit irritant, maar gaandeweg wordt duidelijk dat dat de manier is waarop de ogen van de jongen de wereld zien. Daardoor gaat de werking van zijn gekwelde hoofd meer fascineren. Bjørseth wordt daarbij geholpen door haar uitstekende acteurs: Keja Kwestro en Rick Paul van Mulligen weten hun veelheid aan personages toch nog genoeg menselijkheid mee te geven. Thomas Höppener speelt overtuigend een jongen die wordt meegesleept door zijn eigen haperende geest.
Het grootste probleem van de voorstelling bevindt zich buiten Bjørseths regie en in de toneeltekst van de Noorse schrijver Carl Frode Tiller. De tekst is veel te lang, omdat we op de helft al wel weten hoe dit verwarde leven in elkaar steekt. Bovendien lukt het Tiller niet om van de jongen een echt interessant personage te maken. Daarvoor blijft hij teveel hangen in de clichés van de psychopaat en die van een slechte jeugd met drank en geweld. Maar van Bjørseth gaan we hopelijk nog horen.
Leave a Reply