De vooravond van Koninginnedag. Op een troosteloos plein met twee mobiele toiletten als voornaamste bezienswaardigheid verzamelt zich een bonte verzameling personages. Gezien de uitdragerij die sommigen van zich bij hebben, willen ze er vroeg bij zijn voor de vrijmarkt. Archetypes zijn het bijna, die pleinhangers in de voorstelling ‘Koninginnenacht’: het weggelopen bruidje, de handige Turkse handelaar in leren jas, de bierdrinkende Hollandse bullebak, een pittige Surinaamse tante, twee corpsballen. Maar allemaal blijken ze net iets complexer in elkaar te zitten dan gedacht. De simpele schoonmaker blijkt expressionistische gedichten te schrijven, de Turk speelt niet onverdienstelijk ‘Waar de blanke top der duinen’ op zijn Turkse luit. Spreken doen ze nauwelijks. Zingen des te meer. We leren de personages vooral kennen door de bekende en onbekende liederen die ze zingen.
Het gebruiken van bekende liedjes als ruggengraat van de voorstelling is een handelsmerk van de Duitse regisseur Franz Wittenbrink. Hij werd door het Nationale Toneel uitgenodigd om zijn theatervorm los te laten op het oer-Hollandse fenomeen Koninginnedag. Het levert een goed gezongen muzikaal-theatrale collage op die slingert van de bubbelpop van Mika via de barokke klanken van Purcell tot de boze energie van Rage against the Machine. Doordat de liedjes een nieuwe context en soms ook een nieuwe tekst hebben gekregen, levert dat soms ontroerende en soms geestige nieuwe interpretaties op. Zo brengt een gekwetste echtgenote keelsnoerend ‘One’ van U2 ten gehore. Hoe verder de avond vordert en hoe meer er gezongen wordt, hoe meer het erop lijkt dat alle personages zoeken naar een beetje liefde en een beetje aandacht.
Wittenbrink regisseerde ‘Koninginnenacht’ met een grote precisie en de voorstelling is knap gemaakt, onderhoudend, muzikaal, ontroerend en erg geestig. Maar het is allemaal wel erg koddig en netjes. Schuren doet het nergens. Het gevolg daarvan is dat het persoonlijke leed van de personages vooral schattig is en nergens echt interessant wordt. Opvallend is ook dat de mensen op dat plein zich maar weinig met elkaar bemoeien. Het kleine leed blijft vooral particulier.
Maar Wittenbrink lijkt met ‘Koninginnenacht’ ook een poging te willen doen iets te zeggen over de Nederlandse identiteit. Hij komt niet veel verder dan een door Frau Antje gezongen racistisch lied over Chinezen en een door de koningin bezongen afkeer van Nederland. Daar wreekt de braafheid zich misschien wel het meest. Je kunt op dit moment van alles over de Nederlandse samenleving zeggen. Maar helaas niet dat die koddig en braaf is.
‘Koniginnenacht’, door het Nationale Toneel, regie: Franz Wittenbrink. Gezien 28 april, Koninklijke Schouwburg, Den Haag. Tournee tot en met 26 mei.
Leave a Reply