|
|
Maatschappij-kritische plasgrappen om over na te denken
Grote decors, imposante special effects, sterren en grote orkesten. Dat zijn toch de associaties die bij je opkomen als je aan musicals denkt. Dat musicals ook maatschappij-kritisch, of zelfs schokkend of recalcitrant kunnen zijn, is een publiek geheim.
Omdat zulke voorstellingen niet voor de hand liggen, beginnen ze vaak in een klein theatertje in de marge, met weinig publiek om soms pas daarna door te breken op Broadway. Juist omdat er in alle rust buiten een groot publiek om kan worden geëxperimenteerd, ontstaan er regelmatig bijzondere projecten. Rent, nog steeds een van de meest succesvolste musicals ooit, begon bij The New York Theatre Workshop, waar kleinschalig en minder voor de handliggend theater wordt geproduceerd. Ook de hilarisch satirische Sesamstraatparodie Avenue Q (met liedjes als The internet is for porn en I’m a little bit racist) begon off-broadway, maar werd een grote hit bij een groot publiek. Ook Nederland heeft sinds enkele jaren een plek waar zulke muzikale experimenten mogelijk zijn: M-Lab, hèt laboratorium voor muziektheater. Vanuit hun mooie theatertje aan de Noordkant van het IJ, bracht het lab de afgelopen jaren bijzondere producties op de planken zoals The Wild Party (goed voor een musicalaward), Into the woods en De Gebroeders Leeuwenhart. Voor René van Kooten, musicalacteur en onlangs nog te zien in grote producties als Les Miserables en Joseph and his amazing technicolor dreamcoat vormt het in de luwte werken bij M-Lab een prettige afwisseling. ‘Je moet namelijk even weer helemaal terug naar de basis van wat musical maken is. Dat werkt inspirerend. Niet voor niets wil iedereen bij M-Lab komen werken. Omdat er de mogelijkheid is om spannende nieuwe dingen te proberen. Dingen die ook mogen mislukken. Bij grote producties weet je als maker en publiek eigenlijk al wat je kunt verwachten. Dat is nu niet zo. Dat maakt het spannend en dat maakt je als acteur ook extra scherp.’ Van Kooten speelt in september bij M-Lab in nog zo’n musical die in New York in de luwte begon: Urinetown (Zeikstad in het Nederlands). Anders dan de onsmakelijke titel doet vermoeden is Urinetown een intelligent gemaakte parodie op broadwaymusicals die enige maatschappijkritiek niet schuwt. ‘Uitgangspunt voor de musical is een stad waar het al twintig jaar droog is en waar een tekort aan water is.’, vertelt regisseur en vertaler Jurrian van Dongen. ‘De autoriteiten en een groot bedrijf hebben daarom samen besloten om mensen te laten betalen voor hun plas. Wildplassers worden streng bestraft. Tot een jonge held tegen het systeem in opstand komt.’ Wat niet alleen aanleiding geeft tot grappen over de traditionele vorm van de musical, maar ook tot een ietwat cynische satire op de macht van het bedrijfsleven. Van Dongen vindt net als Van Kooten Urinetown een spannend project. De moeilijkheid zit volgens de makers vooral in de humor. Teveel aandacht voor alle woordgrappen en plasgerelateerde humor zouden de intelligentie van de satire stukmaken. Van Dongen: ‘Als het goed is kun je ontroering, satire en flauwe grappen prima afwisselen.’ Van Kooten: ‘De grappen zijn dan ook geen doel op zich. De personages nemen hun rare opmerkingen ook bloedserieus. Dat geeft de musical zo’n wrange sfeer. Je moet die grappen niet gaan uitspelen. Dan wordt het heel slecht cabaret.’ Zowel Van Kooten als Van Dongen hoopt dat Urinetown het publiek niet alleen vermaakt, maar dat de musical ook wat langer in de hoofden van het publiek blijft hangen. Van Dongen: ‘Het troostende aan de voorstelling is dat de mechanismes zo herkenbaar zijn, net als de Wilderssen en de Obama’s. Eigenlijk zegt de voorstelling: wantrouw iedereen die de waarheid in pacht lijkt te hebben. Dan nog liever lachend ten onder.’Van Kooten: ‘De musical is daarnaast een pleidooi voor matiging. Denk in plaats van water aan geld of hypotheken en je hebt een actueel thema te pakken. Ik zou het mooi vinden als er daarover achteraf aan de bar discussie zou ontstaan.’
Robbert van Heuven, 2009
|
|