|
|
Werk in uitvoering: Bambie 12
Er hangen grote posters aan de muur. ‘Verzin een performance over tijd’ staat er op. En woorden als ‘stropdassendag’ en ‘agendaterroriste’. Achter in de ruimte ligt een grote stapel voorwerpen: matrassen, kastjes, een luchtdrukcompressor, dozen. Op de tafel een boek over beeldend kunstenaar Erwin Wurm, een ander over primitieve stammen, naast een halfleeg bakje druiven. Daartussen warmen de acteurs zich op, met precieze, geconcentreerde bewegingen. Hier wordt door Mimetheatergroep Bambie gewerkt aan alweer hun 12e voorstelling, eenvoudig Bambie 12 getiteld. Bambie is de theatergroep van Jochem Stavenuiter en Paul van der Laan. Al sinds 1996 maken ze samen bewegingstheatervoorstellingen. Eerst met zijn tweeën, maar al gauw versterkt door steeds andere acteurs en gastregisseurs. Zo spelen in Bambie 12 naast Stavenuiter en Van der Laan Ibelisse Guardia en Leander Haaitsma mee evenals Gerindo Kamid Kartadinata, met wie ze al vaker hebben samengewerkt. Theatermaker Ko van den Bosch doet de eindregie. Omdat Van den Bosch vanmiddag komt is ’s ochtends de belangrijkste vraag wat de groep hem eigenlijk wil laten zien. De afgelopen dagen hebben ze scènes ‘verzameld’ en uit die scènes zoeken Van der Laan en Kartadinata nu de interessantste om aan Van den Bosch te tonen. ‘Dat heeft waarschijnlijk nog niets met de uiteindelijke voorstelling te maken, hoor’, zegt Van der Laan. Hij schat dat driekwart van het verzamelde materiaal de voorstelling niet haalt. Omdat de groep niet met tekst werkt ontstaat de voorstelling uit improvisaties. Het op die manier zoeken naar scènes en er een betekenisvolle volgorde voor vinden is een proces van trial and error, van gewoon maar doen en kijken waar het schip strandt. In groepsoverleg en samen met de regisseur wordt bepaald welke scènes sneuvelen of overleven. Door die scènes in een bepaalde volgorde te plaatsen, krijgen ze een overkoepelende betekenis. Natuurlijk zijn de Bambies geen ongeleide projectielen. Van der Laan en Stavenuiter weten wel ongeveer waar de voorstelling over moet gaan. Bambie 12 moet een ‘performance tragedie’ worden – een door hen uit te vinden nieuw theatergenre – over mensen die verdwaald zijn in de tijd. En die daarom de meest normale voorwerpen radicaal anders benaderen. Vanuit het basisidee worden boeken gelezen en films bekeken. Zo keek de groep ‘The gods must be crazy’, een film over een Afrikaanse stam waarin de moderne wereld zich onverwacht vertoont in de vorm van een Cola-flesje. Een andere inspiratiebron is dus de Oostenrijkse kunstenaar Erwin Wurm, die met alledaagse voorwerpen absurde kunstwerken maakt. Aan de hand van zulke inspiratiebronnen geven de groepsleden elkaar opdrachten: ‘Verzin een performance met 1 liter water’ of ‘Verzin een nieuwe manier om je levensverhaal te vertellen.’ Door met deze opdrachten te spelen, ontstaan scènes. Uit die laatste opdracht ontstond de scène waarin Stavenuiter met poeder het huis uit zijn kindertijd natekent: ‘Hier is dan de schuur en dan kom je zo in de keuken.’ Vervolgens nodigt hij Guardia in dat huis uit. Met voorzichtige stappen om de fragiele lijnen niet kapot te maken, volgt ze hem door de kamers. Een spiegel beplakt met kaartjes geeft aan welke scènes er zijn en schept de mogelijkheid de scènes in een bepaalde volgorde te plaatsen. Van der Laan en Kartadinata hebben verschillende kaartjes onder elkaar gehangen die ze als een minivoorstellinkje aan de inmiddels gearriveerde Ko van den Bosch presenteren: Stavenuiter en Guardia lopen door het poederhuis, Kartadinata verzamelt sigarettenrook onder wijnglazen om ze met iemand anders te kunnen delen, Haaitsma speelt een huisje waarin de anderen tot haar ergernis beschutting zoeken. Potloodschetsen zijn de scènes nog. Maar aanscherpen komt later. Van der Laan vergeleek het werk eerder op de dag dan ook met schilderen. ‘Eerst zet je de grove lijnen schetsmatig neer. Pas daarna ga je invullen.’ Met uiteindelijk een echte Bambie als eindresultaat.
Robbert van Heuven, 2007
|
|